Otto Bock 1B1-2 Meridium, Instructions For Use Manual

Page: 260 / 776

7.2.1.3 Product voorbereiden voor het verbinden met de instelsoftware
Als het product bij het opvragen van de laadtoestand (Weergave van de laadtoestand zonder extra apparatuur)
geen signalen geeft, is de accu leeg of is het product uitgeschakeld.
Product inschakelen
1) Sluit de netvoeding met de acculader aan op het stopcontact.
2) Sluit de acculader aan op het product.
3) Wacht op de feedbacksignalen.
4) Koppel de acculader van het product los.
→ Nadat de feedbacksignalen zijn gegeven (zelftest), is het product ingeschakeld.
Bluetooth inschakelen
Bij levering is de Bluetooth-functie van de prothese ingeschakeld.
De Bluetooth-functie kan worden uitgeschakeld met de Cockpit App of de instelsoftware. Wanneer de Bluetooth-
functie uitgeschakeld is, wordt deze na het aansluiten en weer loskoppelen van de acculader gedurende 2 minuten
ingeschakeld. Daarna wordt de functie weer automatisch uitgeschakeld. Als er een actieve verbinding is met de pc
(het symbool
licht op), wordt de Bluetooth-functie niet automatisch uitgeschakeld.
7.2.2 Basisopbouw in het opbouwapparaat
Bij een correcte basisopbouw, bijv. in het opbouwapparaat PROS.A. Assembly (743A200), kunnen de voordelen
van het product optimaal worden benut. Als er een opbouwapparaat L.A.S.A.R. Assembly (743L200) aanwezig is,
kan dit eveneens worden gebruikt.
De opbouw kan ook plaatsvinden met behulp van een laserlijn/loodlijn.
Bij de opbouw moet rekening worden gehouden met de volgende punten:
•
Voor een goede werking van de prothesevoet moeten de opbouwadviezen in acht worden genomen.
• De statische opbouw in het
opbouwapparaat
moet altijd plaatsvinden
zonder schoenen
, omdat een correcte
instelling anders niet mogelijk is.
• Aan de distale buitenzijde van de voetovertrek bevindt zich een markering. Deze markering dient als oriëntatie­
hulp voor het vinden van het opbouwpunt op de voet.
• Voordat met de opbouw wordt begonnen, moet de prothesevoet met de instelsoftware in de opbouwmodus
worden gezet (tabblad "Structuur", tab "Opbouwadvies"). Alleen in de opbouwmodus wordt de prothesevoet
in de neutrale stand geblokkeerd, zodat een correcte statische opbouw mogelijk is.
Voetmaat (cm) Midden voet vóór opbouwlijn Hakhoogte
24 – 29 30 mm 0 mm
Basisopbouw voor modulaire transtibiale (TT-)beenprothesen
Bij modulaire TT-beenprothesen moeten de gegevens voor de opbouw worden gehaald uit de instelsoftware (zie
ook "Modulaire TT-beenprothesen: 646F336").
Basisopbouw voor modulaire transfemorale (TF-)beenprothesen
Bij modulaire TF-beenprothesen moeten de opbouwadviezen voor het betreffende Ottobock kniescharnier in acht
worden genomen (zie ook "Modulaire TF-beenprothesen: 646F219").
7.2.3 Statische opbouwoptimalisatie
• Pas de prothese zo mogelijk aan met behulp van de L.A.S.A.R. Posture.
• Volg de opbouwadviezen van de fabrikant op (modulaire TF-beenprothesen:
646F219
, modulaire TT-beenpro­
thesen:
646F336
).
7.2.4 Dynamische opbouwoptimalisatie
Controleer voordat u begint met de dynamische opbouwoptimalisatie, of de hakhoogte correct is ingesteld!
•
Een dynamische opbouwoptimalisatie is niet nodig, wanneer de statische situatie tevreden stelt. De aanpassing
die nodig is om een goed hielcontact, een gemakkelijke afwikkeling en een optimale gewichtsverplaatsing naar
de contralaterale zijde te waarborgen, vindt plaats met de instelsoftware.
• Stel de prothese in het frontale vlak (ML) in door verandering van de hoek of door verschuiving met behulp van
de mediaal-laterale bouten (zie 646F336) om een eventuele radiale afwijking in de knie tot een minimum te
beperken.
7.2.5 Afsluitplaat/aansluitplaat/afdekkap monteren
Afhankelijk van de gebruikte cosmetische voetovertrek (cosmetische schuimstofovertrek, Protector) moet het pas­
sende element uit de afdekkappenset worden gekozen en op het product gemonteerd worden.
260
Gebruiksklaar maken
1B1-2=* Meridium