NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
22
1464020000(1)2009-04 A
SR 1101 P
CONTROLE / VERVANGING / RESETTEN VAN
DE ZEKERINGEN
Zet de machine op een vlakke ondergrond en schakel de
1.
parkeerrem in.
Zet de contactsleutel (82) in ‘0’.
2.
Open de motorklep (7).
3.
Ontkoppel de minklem van de accu’s (43).
4.
Controle/vervanging van de smeltzekeringen
Verwijder de afdekking van het zekeringenkastje (46).
1.
Controleer/vervang de betreffende zekering tussen de
2.
volgende onderdelen (Afb. 18):
Algemene zekering F1 (15 A) (circuit sleutel)
(A):
Zekering F2 (25 A) motor
fi
lterschudder
(B):
Zekering F3 (40 A) handmatige aanzuiging (optioneel)
(C):
Zekering F4 (30 A) motor aanzuigsysteem
(D):
Zekering F5 (10 A) akoestisch signaal en zwaailicht
(E):
Zekering F6 (10 A) bedrijfsverlichting (optioneel)
(F):
Verwijder de afdekking van het kastje met elektrische
3.
onderdelen (50).
Controleer/vervang de volgende zekering (Afb. 19):
4.
Zekering FT (70 A) aandrijfsysteem
(A):
Verwijder en controleer/vervang de volgende zekering
5.
(63):
Zekering FR (70 A) aandrijfsysteem
Controle van de herbruikbare zekeringen
Controleer of de betreffende zekering tussen de twee
1.
herbruikbare zekeringen is gesprongen (Afb. 18):
Zekering FA (30 A) motor hoofdborstel
(G):
Zekering FB (10 A) motoren zijborstels
(H):
Wacht tot het onderdeel dat de zekering liet springen is
afgekoeld en reset daarna de gesprongen zekering.
Sluit de motorklep (7).
2.
A
B
C
D
E
F
G
H
P100348
Afbeelding 18
A
P100349
Afbeelding 19