Nice L9BAR, Instructions And Warnings For Installation And Use

Page: 275 / 396

NEDERLANDS – 275
NL
Tabel 9
OPSPORING VAN DEFECTEN
Symptomen Aanbevolen controles
De radiozender stuurt de slagboom niet
aan en het ledlampje op de zender gaat
niet branden
Controleer of de batterijen van de zender leeg zijn; vervang ze zo nodig.
De radiozender stuurt de slagboom niet
aan maar het ledlampje op de zender
gaat wel branden
Controleer of de zender correct in het geheugen van de radio-ontvanger is opgeslagen.
Er wordt geen enkele manoeuvre
bestuurd
Controleer of de reductiemotor wordt gevoed via de netspanning
Vergewis u ervan dat de zekeringen F1 en F2 niet onderbroken zijn; zo ja, dan dient u de oorzaak
van de storing op te sporen en de zekeringen door andere exemplaren met dezelfde stroomwaarde
en kenmerken te vervangen.
Er wordt geen enkele manoeuvre
aangestuurd en het knipperlicht is uit
Controleer of de instructie daadwerkelijk ontvangen is. Als de instructie de SbS-ingang bereikt, moet
de betreffende “ SbS ”-led gaan branden; als daarentegen de radiozender gebruikt wordt, moet de
“ BlueBus ”-led tweemaal snel knipperen.
Er wordt geen enkele manoeuvre
aangestuurd en het knipperlicht
knippert enkele malen
Tel het aantal knippersignalen en controleer dit aan de hand van de gegevens in “ Tabel 15 ”.
De manoeuvre wordt in gang gezet,
maar direct daarna vindt omkering
plaats
De geselecteerde kracht is mogelijk te laag voor het type slagboom. Controleer of de slagboom
goed gebalanceerd is en selecteer eventueel een hogere kracht.
De manoeuvre wordt op langzame
snelheid uitgevoerd
De manoeuvre begint niet vanaf een van de eindaanslagen, of de centrale herkent de eindaanslag
niet.
Controleer de elektrische aansluiting van de eindaanslag.
De Slave slagboombarrière voert de
manoeuvres niet uit
Controleer of de "Master-Slave" aanleerfase op beide slagboombarrières is uitgevoerd.
De manoeuvre wordt omgekeerd
uitgevoerd
Controleer of de keuzeschakelaar van de installatie zich in de juiste positie bevindt (zie paragraaf "
Keuze van de richting ").
8.2 DIAGNOSTIEK
In de centrale zijn de volgende diagnostieken aanwezig:
– signaleringen op de besturingseenheid d.m.v. leds
– diagnostiek via het display
– signalering fouten via het display
– signaleringen van het knipperlicht.
8.3 SIGNALERINGEN OP DE
BESTURINGSEENHEID
De leds van de klemmen op de besturingseenheid zenden
speciale signalen uit om zowel de normale werking als eventuele
storingen aan te geven.
In de volgende tabel worden de oorzaak en oplossing voor elk
type signalering beschreven.
B A
45
A Led eindaanslag FC1
B Led eindaanslag FC2
Tabel 10
LEDS VAN DE KLEMMEN OP DE BESTURINGSEENHEID
Status Betekenis Mogelijke oplossing
Led STOP
Uit Activering van de ingang STOP Controleer de inrichtingen die aangesloten zijn op de STOP-ingang.
Aan
Alles in orde STOP-ingang actief.
Led Sbs
Uit Alles in orde Ingang Sbs niet actief.
Aan Activering van de ingang Sbs Dit is normaal als de inrichting die is aangesloten op de Sbs-ingang effectief actief is.
Led OPEN
Uit
Alles in orde OPEN-ingang niet actief.
Aan
Activering van de ingang OPEN
Dit is normaal als de inrichting die is aangesloten op de OPEN-ingang daadwerkelijk
actief is