NEX S
NL
4.3 Controlemeting aarding
• Controleer of de aardaansluiting juist is, zowel na de
hoofdinstallatie als na normaal onderhoud. Dat doet
u op de manier als geïllustreerd in
item
10.
5 Gebruik
WAARSCHUWING! Gevaar voor ontbran-
ding bij sommige soorten stof of oplos-
middelen
• Verzamel geen materialen die bijtend, explo-
sief, uiterst brandbaar, chemisch onstabiel
of spontaan ontvlambaar zijn of die vonken
kunnen veroorzaken.
• Let op dat er geen voorwerpen die vonken of
brand kunnen veroorzaken in de arm worden
gezogen of tegen de kap stoten.
• Voorkom dat stof van verschillende proces-
sen zich mengt, bijvoorbeeld slijpsel van on-
derhoudswerk en kunststof gemengd met
metaalslijpsel.
WAARSCHUWING! Gevaar voor persoonlijk
letsel
Risico van beklemming. Zie
VOORZICHTIG! Gevaar voor schade aan
het materieel
Voorkom dat er tegen de kap wordt gestoten.
Zie
. De afzuigarm kan eenvoudig met
de greep (item A) worden geplaatst op elk punt bin-
nen zijn werkgebied. Hij kan 180° worden gedraaid bij
montage aan de wand en 360° bij montage aan het
plafond. Voor een optimale afzuiging moet de kap zo
dicht mogelijk bij het proces dat het stof produceert,
worden geplaatst.
Aanbevolen luchtstroom (Controleer ook plaatselijke
voorschriften):
• Maximum 1100 m
3
/u (650 cfm) voor slang
Ø 125 mm.
• Maximum 1700 m
3
/u (1000 cfm) voor slang Ø 160
mm.
Controleer altijd of de luchtstroom in de kap voldoen-
de is alvorens met werken te beginnen. Een onvol-
doende luchtstroom wordt veroorzaakt door:
• De waaier van de ventilator draait in de verkeerde
richting.
• Kap of slang zijn geblokkeerd.
• De filterpatronen zijn verstopt.
6 Onderhoud
WAARSCHUWING! Gevaar voor persoonlijk
letsel
• Risico van beklemming. Zie
.
• Controleer de werking van de veer en de
6.1 Routinecontroles en -onderhoud
Volg de lijst in
Hoofdstuk 10 Bijlage B: Checklist voor
een routinecontrole en repareer of ver-
vang versleten en beschadigde delen aan de binnen-
en buitenkant van het product.
6.2 Reiniging
WAARSCHUWING! Gevaar voor persoonlijk
letsel
Gebruik tijdens het reinigen van de NEX S een
stoffiltermasker en andere noodzakelijke vei-
ligheidsuitrusting.
6.2.1 Droog reinigen
Zuig de componenten aan de buitenkant en neem ze
af. Doe dit zo nodig ook aan de binnenkant.
6.2.2 Nat reinigen
• Gebruik een reinigingsoplossing die de NEX S niet
beschadigt, zie
Paragraaf 3.1.1 ATEX-producten
Volg de adviezen op van de fabrikant van de reini-
gingsoplossing met betrekking tot dosering en was-
methode. Spoel met schoon water. Gebruik een lage
druk en een watertemperatuur van 40-50°C.
• Vermijd het rechtstreeks spoelen van moffen, ver-
bindingen en dergelijke. Laat de NEX-arm drogen al-
vorens deze opnieuw te gebruiken.
6.2.3 Regelmatig onderhoud
Aanbevolen wordt om met een regelmaat van min-
stens eenmaal per jaar onderhoud uit te voeren.
1
Controleer of de NEX-arm geaard is.
2
Controleer of de slang intact is. Vervang de slang
indien nodig.
3
Controleer de montage van de arm op de muur.
4
Stel de verbindingen indien nodig bij.
WAARSCHUWING! Gevaar voor per-
soonlijk letsel
Veerkracht! Controleer de werking van de
veer en de veerhouder.
5
Controleer of de afzuigcapaciteit in de kap vol-
doende is.
6.2.4 Inwendig reinigen van kap en slang
1
Neem de kap en de slang los.
2
Voer de procedures voor nat of droog reinigen uit
volgens de bovenstaande voorschriften.
3
Laat de componenten drogen.
64