Nederman 30805881, User Manual

Page: 87 / 120

Vacuum Hose Reel 881 EX
5.3.7 Elektrische installatie
Zie Afbeelding 14 B.
Om te zorgen voor de goede werking en de nodige be-
schermingsgraad m.b.t. de uitrustingscategorie, moet
u zeker de volgende punten controleren:
• De elektrische installatie moet uitgevoerd worden
door een gecertificeerde elektricien. De gecertifi-
ceerde elektricien rekening houden met de omstan-
digheden voor installaties in zones met ATEX-classi-
ficatie.
• Controleer dat de gepaste maatregelen genomen
zijn om alle soorten elektrische zwerfstromen naar
en/of van het leidingsysteem en de elektrische be-
drading te vermijden.
• Verbonden slangen en/of leidingwerk moet gelei-
dend zijn en geaard worden via het massa-aansluit-
punt van de haspel.
5.3.8 Aarding
Zie Afbeelding 3a .
Sluit de aardingskabel aan op een maas-aansluitpunt
van de haspel.
6 Bediening
Zie Afbeelding 14 .
• ≤ °30 Optimaal
• < °45 Oke
• ≥ °45 Gebruik niet
7 Onderhoud
Voor service en technische bijstand kunt u contact op-
nemen met AB Ph. Nederman & Co.
Zorg ervoor dat de binnenkant van de slanghaspel en
de verbindingsleidingen vrij zijn van neerslagen. Vor-
ming van neerslagen binnen het leidingwerk kan de
ontlading van statische elektriciteit veroorzaken.
Zorg ervoor dat de buitenkant van de slanghaspel
stofvrij is.
Vettige en kleverige stoffen kunnen zich soms hech-
ten aan de regelklep zodat de regelklep niet volledig
sluit of blokkeert. In dat geval dient de haspel gede-
monteerd te worden en gereinigd.
WAARSCHUWING! Gevaar voor persoonlijk
letsel
Afvalmateriaal dat wordt verzameld in Vacuum
Hose Reel 881 EX kan een gezondheidsrisico
vormen. Controleer altijd de veiligheidseisen
met betrekking tot het specifieke afval wan-
neer het wordt verwerkt.
7.1 Onderhoudsinstructies
Controleer de volgende punten minstens één maal per
jaar. Neem de nodige maatregelen.
• Controleer of de haspel aan het plafond of de wand
is bevestigd.
• Controleer de leidingverbindingen op lekkage.
• Controleer de slang op beschadigingen.
• Controleer de opwikkelfunctie van de slang. Pas zo
nodig de veerspanning aan.
• Controleer de werking van de regelklep. De regel-
klep dient automatisch open te gaan wanneer de
slang wordt uitgetrokken.
• Controleer of er voldoende zuiging is in de uitlaats-
lang. Indien niet, controleer dan de werking van de
regelklep en de slang op gaten en schade.
• Controleer of het bedieningstoestel niet beschadigd
is.
7.2 Service en onderhoud van ATEX-ap-
paratuur
Om de nodige beschermingsgraad ten aanzien van de
uitrustingscategorie te verzekeren, dient u de volgen-
de punten te controleren:
• Zorg ervoor de vacuümslanghaspel regelmatig te in-
specteren op schade of slechte werking. Als de va-
cuümslanghaspel beschadigd is, moet hij onmiddel-
lijk gerepareerd worden.
• Zorg ervoor dat er geen explosieve atmosfeer en/of
lagen stof aanwezig zijn bij het reinigen, onderhou-
den of inspecteren van de slanghaspel.
• Gebruik alleen originele (OEM) reserveonderdelen.
• Zorg ervoor dat de haspel niet bedekt raakt met een
dikke laag stof (> 5 mm). Dit is te voorkomen door
routines in te voeren voor een regelmatige reiniging
met inbegrip van die welke te vinden zijn in het do-
cument i.v.m. de bescherming tegen ontploffingen.
OPMERKINGEN!
De ATEX-classificatie is alleen geldig bij ge-
bruik van reserveonderdelen van Nederman.
8 Reserveonderdelen
VOORZICHTIG! Gevaar voor schade aan
het materieel
Gebruik uitsluitend originele reserveonderde-
len en accessoires van N
$
e
$
d
$
e
$
r
$
m
$
a
$
n
$
.
Neem contact op met uw dichtstbijzijnde erkende
dealer of met N
$
e
$
d
$
e
$
r
$
m
$
a
$
n
$
voor technisch advies en re-
serveonderdelen. Zie ook w
$
w
$
w
$
.
$
n
$
e
$
d
$
e
$
r
$
m
$
a
$
n
$
.
$
c
$
o
$
m
$
.
8.1 Bestellen van reserveonderdelen
Wanneer u reserveonderdelen bestelt dient u steeds
het volgende te vermelden:
• Onderdeel- en controlenummer (raadpleeg het pro-
ductidentificatieplaatje).
• Detailnummer en naam van
het reserveonderdeel (zie
NL
87