144
U mag alleen accu´s opladen die hiervoor geschikt zijn!
Houd bij de aansluiting van een laadkabel in ieder geval rekening met de polariteit van de aansluitstekker. Het
binnencontact van de laadaansluiting moet met de plus aansluiting (+) en het buitencontact met de min aansluiting
(-) van de oplader verbonden worden.
De laadstroom moet ca. 1/10 van de capaciteitswaarde van de geplaatste accu´s bedragen. Bij accu´s met een
capaciteit van 2000mAh bedraagt de laadstroom ca. 200mA en de laadtijd ca. 14 uur.
Geen snelladers gebruiken om beschadigingen van de interne geleiderbanen en aansluitingen te vermijden.
Aangezien er een beschermdiode in de laadstroomkring van de zender geïntegreerd is, kunnen er geen opladers
gebruikt worden die de laadstroom kort onderbreken om de momentele accuspanning te meten. In zo´n geval
moeten de accu´s voor het opladen uit de zender genomen worden.
Bij NiCd accu´s kan het memory effect optreden. Als NiCd accu´s opgeladen worden wanneer ze niet volledig
ontladen zijn, zal hun capaciteit mettertijd verminderen. Dergelijke accu´s moeten daarom uit de zender gehaald
worden en met een geschikte oplader ontladen en daarna weer volledig opgeladen worden.
Zender inschakelen
Monteer de meegeleverde zenderantenne.
Als de accu’s opgeladen zijn of als er nieuwe batterijen geplaatst werden, moet de zender ingeschakeld worden.
De rode batterijcontrole-LED begint te branden en geeft aan dat de zender genoeg voedingsspanning heeft.
Indien de spanningsverzorging tot onder 9 V daalt dan weerklinkt een signaaltoon. In zo´n geval moet u het gebruik
van het modelvoertuig zo snel mogelijk stopzetten. Als u de zender verder wilt gebruiken, moet u nu de accu’s
opladen of nieuwe batterijen plaatsen.
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Summary of Contents for 206501
Page 178: ...178 ...
Page 179: ...179 ...