90
op
0.5
o
øA
R0.4~R0.8
45
op
2
o
32
4. Installeren van de koelstofleidingen
4.1. Voorzorgsmaatregelen voor apparaten die ge-
bruikmaken van R410A-koelstof
•
Zie 1.5. voor niet hieronder vermelde voorzorgsmaatregelen voor aircondi-
tioners die gebruikmaken van R410A-koelstof.
•
Gebruik esterolie, etherolie of alkylbenzeen (in kleine hoeveelheden) als
koelolie om de aansluitingsoppervlakken af te dichten.
•
Gebruik fosforhoudende, zuurstofarme, naadloze C1220-pijpen van koper
of koperlegeringen als koelstofpijpen. Gebruik koelstofpijpen van de in de
onderstaande tabel aangegeven dikte. Controleer of de binnenkant van de
pijpen schoon is en vrij van schadelijke stoffen zoals zwavelverbindingen,
oxidanten, vuil of stof.
Gebruik altijd niet-oxiderend soldeer wanneer u de pijpen soldeert, anders
raakt de compressor beschadigd.
Waarschuwing:
Gebruik bij het installeren of verplaatsen van het apparaat uitsluitend de
voorgeschreven koelstof (R410A) voor het vullen van de koelstofpijpen. Meng
de koelstof niet met andere koelstoffen en let erop dat er geen lucht in de pij-
pen achterblijft.
Als de koelstof wordt gemengd met lucht, kan dit een uitzonderlijk hoge druk
in de koelstofpijp tot gevolg hebben. Dit kan resulteren in explosiegevaar en
andere gevaren.
Als er een andere koelstof wordt gebruikt dan de voorgeschreven koelstof,
heeft dit mechanische storingen, storingen van het systeem of uitvallen van
het apparaat tot gevolg. In het ergste geval kan de veiligheid van het product
ernstig in gevaar komen.
Afmeting pijp (mm)
ø6,35 ø9,52 ø12,7 ø15,88 ø19,05 ø22,2 ø25,4 ø28,58
Dikte (mm)
0,8
0,8
0,8
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
•
Gebruik geen dunnere pijpen dan hierboven aangegeven.
4.2. Aansluiten van de pijpen
•
Als u koperen pijpen gebruikt, moet u de vloeistof- en gaspijpen met isolatiema-
teriaal bekleden (hittebestendig tot 100 °C, dikte van 12 mm of meer).
•
De delen van de afvoerpijp die binnenshuis lopen, moeten worden bekleed met
isolatiemateriaal van polyethyleenschuim (relatieve dichtheid 0,03, dikte 9 mm of
meer).
•
Doe een dun laagje koelmachineolie op de leiding en het aansluitingsoppervlak
voordat u de “flare”-moer vastdraait.
(Fig. 4-1)
•
Draai met gebruik van twee pijptangen de aansluitende leidingen vast.
(Fig. 4-1)
•
Gebruik, nadat alle aansluitingen gemaakt zijn, een lekkagedetector of zeepsop
om te controleren of er gaslekken zijn.
•
Breng koelolie aan op de aansluitingsoppervlakken.
(Fig. 4-1)
•
Gebruik de flensmoeren voor de volgende pijpafmetingen.
(Fig. 4-1)
RP50
RP60,71
RP100-140
Gaszijde
Afmeting leiding (mm)
ø12,7
ø15,88
ø15,88
Vloeistofzijde
Afmeting leiding (mm)
ø6,35
ø9,52
ø9,52
•
Let er bij het buigen van de pijpen op dat u deze niet breekt. Een buigstraal van
100 mm tot 150 mm is voldoende.
•
Let erop dat de pijpen de compressor niet raken. Hierdoor kunnen ongewone
geluiden of trillingen ontstaan.
Begin met het aansluiten van de pijpen bij het binnenapparaat.
Trek de flensmoeren aan met een momentsleutel.
Tromp de vloeistof- en gaspijpen op en breng een dun laagje koelolie aan op de
aansluitingsoppervlakken.
•
Als een gewoon pijpafdichtmiddel wordt gebruikt, zie dan Tabel 1 voor het op-
trompen van R410A-koelstofpijpen.
Gebruik de maatafstemmingsmeter om de afmetingen B te controleren.
(Fig. 4-1)
Buitendiameter koperen pijp
(mm)
Afmetingen tromp
øA (mm)
ø6,35
8,7 - 9,1
ø9,52
12,8 - 13,2
ø12,7
16,2 - 16,6
ø15,88
19,3 - 19,7
ø19,05
23,6 - 24,0
(Fig. 4-1)
Buitendiameter koperen pijp
(mm)
Buitendiameter flensmoer
(mm)
Aanhaalmoment
(N·m)
ø6,35
17
14 - 18
ø6,35
22
34 - 42
ø9,52
22
34 - 42
ø12,7
26
49 - 61
ø12,7
29
68 - 82
ø15,88
29
68 - 82
ø15,88
36
100 - 120
ø19,05
36
100 - 120
Afsnijmaten tromp
Aanhaalmoment flensmoer
Optrompgereedschap
Koperen pijp
Fig. 4-1
Fig. 4-2
B
Tabel 1 (Fig. 4-2)
Buitendiameter ko-
peren pijp (mm)
B (mm)
Trompgereedschap voor R410A Trompgereedschap voor R22·R407C
Type koppeling
ø6,35 (1/4")
0 - 0,5
1,0 - 1,5
ø9,52 (3/8")
0 - 0,5
1,0 - 1,5
ø12,7 (1/2")
0 - 0,5
1,0 - 1,5
ø15,88 (5/8")
0 - 0,5
1,0 - 1,5
ø19,05 (3/4")
0 - 0,5
1,0 - 1,5
Gebruik de volgende procedure voor het aansluiten van de pijpen aan de gas-
zijde. (Fig. 4-3)
1 Soldeer de meegeleverde verbindingspijp
aan het buitenapparaat met ter
plaatse verkregen soldeermateriaal en de plaatselijke leiding
zonder zuurstof.
2 Sluit de verbindingspijp
aan op de afsluitkraan aan de gaszijde. Gebruik twee
sleutels om de flensmoer aan te trekken.
* Indien de volgorde wordt omgekeerd, treedt lekkage van koelvloeistof op door-
dat het gedeelte is beschadigd door soldeervuur.
• Voor PEA-RP200, 250, 400, 500GA
Voor het aansluiten van leidingen wordt soldeermateriaal gebruikt.
PEA-200
PEA-250
PEA-400
PEA-500
Gaszijde
Afmeting leiding (mm)
ø25,4 (of ø28,58)
Vloeistofzijde Afmeting leiding (mm)
ø9,52
ø12,7
ø9,52
ø12,7
Afsluitkraan (gaszijde)
Afgedichte gedeelte
Plaatselijke leiding
Voor twee sleutels
Verbindingspijp
Pijpbedekking
Fig. 4-3
Summary of Contents for PUHZ-P-YHA Series
Page 111: ......