Nl-35
• BEDIENINGSTRUCTIES •
Wanneer al deze punten gecontroleerd zijn, en het toestel nog steeds niet correct
werkt, gebruik de airconditioner dan niet meer en vraag uw handelaar om advies.
Probleem
Uitleg & Controlepunten
Binnenunit
Het apparaat werkt niet.
• Is de netschakelaar aangezet?
• Is de stekker wel ingestoken?
• Is de ON timer (starttijd) ingesteld?
Pagina 33
Bij herstart werkt de aircon-
ditioner ongeveer 3 minuten
niet.
• Dit dient om het apparaat te beschermen,
op aangeven van de microprocessor. Wacht
een moment.
De ventilator stopt tijdens de
DROGEN functie.
• In de werkstand DROGEN, gebruikt het
apparaat hetzelfde koelcircuit als in de werk-
stand KOELEN. De werkstand DROGEN
moet korter worden gebruikt om de luchtvo-
chtigheid te verlagen terwijl de kamertemper-
atuur zo min mogelijk wordt verlaagd.
Zodoende houdt de compressor af en toe op
met werken en stopt tegelijkertijd de ventila-
tor van het binnenapparaat. Dit voorkomt dat
het op de warmtewisselaar gecondenseerde
water weer verdampt.
Er komt damp uit de luchtuit-
laat van de binnenunit.
• De koele lucht uit de airconditioner zorgt er-
voor dat vocht in de lucht binnen in de kamer
snel afkoelt en wordt omgezet in damp.
De zwenkfunctie van de
HORIZONTAL VANE/VERTI-
CAL VANE wordt even onder-
broken en dan weer hervat.
• Dit dient ertoe, de zwenkfunctie van de
HORIZONTAL VANE/VERTICAL VANE
normaal te laten functioneren.
Tijdens de werking verandert
de luchtstroomrichting.
De richting van de horizontale
schoep kan niet worden
aangepast met de afstands-
bediening.
• Wanneer het apparaat gebruikt wordt in de
COOL of in de DRY-stand, en indien tijdens
het bedrijf gedurende 30 tot 60 minuten
verder lucht geblazen wordt, gaat de richting
wordt luchtstroomrichting automatisch in de
horizontale positie gezet, om te vermijden,
dat water condenseert en uitdruppelt.
• In de verwarmingsfunctie wordt de horizon-
tale schoep automatisch in de horizontale
positie gezet, indien de temperatuur van de
luchtstroom te laag is of ontdooid wordt.
De werking wordt gedurende
ongeveer 10 minuten gestopt
in de werkstand verwarmen.
• Het buitenunit wordt ontdooid (Werkstand
ontdooien).
Aangezien dit na 10 minuten is voltooid, dient
u te wachten. (Wanneer de buitentemper-
atuur te laag en de luchtvochtigheid te hoog
is, zal er zich ijs vormen.)
De airconditioner start
vanzelf, als de netspanning
ingeschakeld wordt, hoewel
het niet met de afstandsbedi-
ening bediend wordt.
• Deze modellen zijn uitgerust met een
automatische herstartfunctie. Wanneer de
netspanning onderbroken wordt, zonder
dat het apparaat met de afstandsbediening
werd uitgeschakeld, en weer hersteld wordt,
start het apparaat automatisch in de stand,
die ingesteld was met de afstandsbediening,
toen de stroomtoevoer onderbroken werd.
Wij verwijzen naar “Automatische herstart-
functie” op
pagina 31
.
Buitenunit
Water lekt uit de buitenunit.
• Tijdens KOELEN of DROGEN worden
leidingen of koppelingen van de leidingen
ook afgekoeld. Hierdoor kan er condens
ontstaan, die van de leidingen afdruppelt.
• In de verwarmingsstand zorgt de gebruik-
sinstelling Ontdooien ervoor dat ijs dat zich
heeft afgezet op het buitenunit smelt en naar
beneden druppelt.
• In de verwarmingsstand druppelt water, dat
op de warmtewisselaar gecondenseerd is,
naar beneden.
Er komt witte rook uit de
buitenunit.
• Tijdens het verwarmen lijkt de stoom die
ontstaat door het ontdooien op witte rook.
Probleem
Uitleg & Controlepunten
Afstandsbediening
Het display van de afstands-
bediening wordt niet
getoond of is vaag. De
binnenunit reageert niet op
het signaal van de afstands-
bediening.
• Zijn de batterijen leeg?
Pagina 30.
• Zijn de polen (+, -) van de batterijen verwisseld?
Pagina 30
• Worden een of meer knoppen op de
afstandsbediening van andere elektrische
apparaten ingedrukt?
Koelt of verwarmt niet
De airconditioner koelt of
verwarmt niet voldoende.
• Is de temperatuur juist ingesteld?
Pagina 31
• In de ventilator juist ingesteld? Zet de ventila-
torsnelheid a.u.b. op de hoogste instelling.
• Zijn de filters schoon?
Pagina 34
• Is de ventilator of de warmtewisselaar van
het binnenapparaat schoon?
• Wordt de luchtinlaat of luchtuitlaat van de
binnen- of buitenunit geblokkeerd?
• Staat er een raam of deur open?
• Als de buitentemperatuur laag is, dan kan
het gebeuren dat de airconditioning niet
voldoende verwarmt.
• Wanneer de buitentemperatuur hoog is, is
het koeleffect eventueel niet voldoende.
• Wanneer de buitentemperatuur laag is,
is het verwarmingseffect eventueel niet
voldoende.
In de werkstand Verwarmen
stroomt de lucht niet snel
genoeg uit.
• Wacht a.u.b. een moment, daar het apparaat
in voorbereiding is om warme lucht uit te
blazen.
Luchtstroom
De lucht uit de binnenunit
ruikt vreemd.
• Zijn de filters schoon?
Pagina 34
• Is de ventilator of de warmtewisselaar van
het binnenapparaat schoon?
• De airconditioner kan geuren opnemen van
de muren, de vloerkleden, meubilair, kleding,
e.d. en deze samen met de lucht uitblazen.
Geluid
Er komt een krakend geluid
uit het apparaat.
• Dit geluid wordt veroorzaakt door het uitzet-
ten/ inkrimpen van het voorpaneel of andere
onderdelen vanwege temperatuursverander-
ingen.
Er is een “klotsend” geluid te
horen.
• Dit geluid hoort u wanneer bij het inschakelen
van afzuiging of ventilator buitenlucht wordt
aangezogen via de afvoerslang, waardoor
water dat zich in de afvoerslang bevindt naar
buiten spuit. U hoort dit geluid ook wanneer
buitenlucht in de afvoerslang wordt geblazen
door sterke wind.
De binnenunit maakt mecha-
nische geluiden.
• Dit geluid ontstaat wanneer de ventilator of
de compressor wordt in- of uitgeschakeld.
Het stromen van water is te
horen.
• Dit is het geluid van koelmiddel of van con-
denswater dat door het apparaat stroomt.
Zet in de volgende gevallen de airconditioner uit en raadpleeg uw han-
delaar.
• Wanneer er water uit de binnenunit lekt of druppelt.
• Wanneer de linkerbedieningsindicator knippert.
• Wanneer de stroomonderbreker regelmatig wordt ingeschakeld.
• De signalen van de afstandsbediening worden mogelijk niet goed ontvangen
in een kamer waar neonlampen (invertertype neonverlichting, etc.) worden
gebruikt.
• Op plaatsen met slechte ontvangst kan de airconditioner de ontvangst van
radio en/of televisie storen. Eventueel kan voor het desbetreffende apparaat
een antenneversterker nodig zijn.
• Wanneer een abnormaal geluid te horen is.
O
PLOSSEN VAN PROBLEMEN