32
4. Installeren van de koelstofleidingen
A
Afsnijmaten tromp
B
Aanhaalmoment flensmoer
90
°
±
0,5
°
ø
A
R0,4~R0,8
A
45
°±
2
°
B
C
D
Fig. 4-1
4.1. Voorzorgsmaatregelen voor apparaten die gebruik-
maken van R410A-koelstof
• Zie p. 30 voor niet hieronder vermelde voorzorgsmaatregelen voor
airconditioners die gebruikmaken van R410A-koelstof.
• Gebruik esterolie, etherolie of alkylbenzeen (in kleine hoeveelheden) als koel-
olie om de aansluitingsoppervlakken af te dichten.
• Gebruik fosforhoudende, zuurstofarme, naadloze C1220-pijpen van koper of
koperlegeringen als koelstofpijpen. Gebruik koelstofpijpen van de in de on-
derstaande tabel aangegeven dikte. Controleer of de binnenkant van de pij-
pen schoon is en vrij van schadelijke stoffen zoals zwavelverbindingen,
oxidanten, vuil of stof.
Waarschuwing:
Gebruik bij het installeren of verplaatsen van het apparaat uitsluitend de ge-
specificeerde koelstof (R410A) voor het vullen van de koelstofpijpen. Meng de
koelstof niet met andere koelstoffen en let erop dat er geen lucht in de pijpen
achterblijft. In de leidingen achtergebleven lucht kan drukstoten veroorzaken
die kunnen leiden tot scheuren en andere problemen.
RP35, 50
RP60-140
Vloeistofpijp
ø6,35 dikte 0,8 mm
ø9,52 dikte 0,8 mm
Gaspijp
ø12,7 dikte 0,8 mm
ø15,88 dikte 1,0 mm
• Gebruik geen dunnere pijpen dan hierboven aangegeven.
4.2. Aansluiten van de pijpen (Fig. 4-1)
• Als u koperen pijpen gebruikt, moet u de vloeistof- en gaspijpen met isolatiemateriaal
bekleden (hittebestendig tot 100
°
C, dikte van 12 mm of meer).
• De delen van de afvoerpijp die binnenshuis lopen, moeten worden bekleed met
isolatiemateriaal van polyethyleenschuim (relatieve dichtheid 0,03, dikte 9 mm of
meer).
• Doe een dun laagje koelmachineolie op de leiding en het aansluitingsoppervlak
voordat u de “flare”-moer vastdraait.
A
• Draai met gebruik van twee pijptangen de aansluitende leidingen vast.
B
• Gebruik, nadat alle aansluitingen gemaakt zijn, een lekkagedetector of zeepsop
om te controleren of er gaslekken zijn.
• Breng koelolie aan op de aansluitingsoppervlakken.
C
• Gebruik de flensmoeren voor de volgende pijpafmetingen.
D
RP35, 50
RP60, 71
RP100-140
Gaszijde
Afmeting leiding (mm)
ø12,7
ø15,88
ø15,88
Vloeistofzijde
Afmeting leiding (mm)
ø6,35
ø9,52
ø9,52
• Let er bij het buigen van de pijpen op dat u deze niet breekt. Een buigstraal van 100
mm tot 150 mm is voldoende.
• Let erop dat de pijpen de compressor niet raken. Hierdoor kunnen ongewone gelui-
den of trillingen ontstaan.
1
Begin met het aansluiten van de pijpen bij het binnenapparaat.
Trek de flensmoeren aan met een momentsleutel.
2
Tromp de vloeistof- en gaspijpen op en breng een dun laagje koelolie aan op de
aansluitingsoppervlakken.
• Als een gewoon pijpafdichtmiddel wordt gebruikt, zie dan Tabel 1 voor het optrompen
van R410A-koelstofpijpen.
Gebruik de maatafstemmingsmeter om de afmetingen A te controleren.
Tabel 1 (Fig. 4-2)
A
(Fig. 4-1)
Buitendiameter koperen pijp
Afmetingen tromp
(mm)
øA (mm)
ø6,35
8,7 - 9,1
ø9,52
12,8 - 13,2
ø12,7
16,2 - 16,6
ø15,88
19,3 - 19,7
ø19,05
23,6 - 24,0
A
Optrompgereedschap
B
Koperen pijp
A
A
B
Fig. 4-2
B
(Fig. 4-1)
Buitendiameter koperen pijp Buitendiameter flensmoer
Aanhaalmoment
(mm)
(mm)
(N·m)
ø6,35
17
14 - 18
ø6,35
22
34 - 42
ø9,52
22
34 - 42
ø12,7
26
49 - 61
ø12,7
29
68 - 82
ø15,88
29
68 - 82
ø15,88
36
100 - 120
ø19,05
36
100 - 120
Buitendiameter koperen pijp
A (mm)
(mm)
Trompgereedschap voor R410A Trompgereedschap voor R22·R407C
Type koppeling
ø6,35
1,0 - 1,5
0 - 0,5
ø9,52
1,0 - 1,5
0 - 0,5
ø12,7
1,0 - 1,5
0 - 0,5
ø15,88
1,0 - 1,5
0 - 0,5
ø19,05
1,0 - 1,5
0 - 0,5
Summary of Contents for Mr.Slim PUHZ-RP-HA2
Page 110: ......