NL
59
5. Start het product en spuit het oplosmiddel
in een reservoir of doek.
6. Herhaal totdat er alleen zuiver
oplosmiddel uitkomt.
7. Schakel het product uit.
8. Leeg het reservoir volledig. Zorg
ervoor dat de afdichting schoon en
onbeschadigd is.
9. Druk de vergrendeling in, trek de voorkant
van het spuitpistool eraf en reinig het
zorgvuldig. Druk op de knop en trek naar
buiten
AFB. 9
10. Reinig de buitenkant van het spuitpistool
en het reservoir met een doek bevochtigd
met oplosmiddel of water.
11. Draai de borgring los en verwijder het
luchtmondstuk en het mondstuk. Reinig
met oplosmiddel en een borstel.
BELANGRIJK!
Reinig het mondstuk en luchtgaten op het
spuitpistool nooit met scherpe metalen
voorwerpen.
LUCHTFILTER VERVANGEN
Vervang het luchtfilter indien nodig. Maak de
kap op de compressorunit los en plaats het
nieuwe luchtfilter in de kap. Duw de kap terug
op zijn plaats.
AFB. 10
WAARSCHUWING!
Gebruik het product nooit zonder luchtfilter
– kans op materiële schade tijdens het
aanpassen van de luchtstroominstelling.
• Gebruik een stuk karton of iets dergelijks
om uit te proberen. Begin met spuiten
buiten het te schilderen gebied en vermijd
onderbrekingen binnen dit gebied.
– Goed (A). Houd het spuitpistool op
een gelijkmatige afstand (10-30 cm)
van het te spuiten object.
– Fout (B). Oneffen materiaallaag of
overmatige beneveling.
AFB. 8
• Beweeg het spuitpistool met gelijkmatige
bewegingen voor een gelijkmatige
oppervlaktekwaliteit.
• Reinig het mondstuk en het
luchtmondstuk met een geschikt
oplosmiddel indien ze verstopt zijn.
KORTE PAUZE
• Schakel het product uit.
• Plaats het spuitpistool in de houder op de
compressorunit
ONDERHOUD
UITSCHAKELEN EN REINIGING
Goed onderhoud en regelmatige reiniging
zijn een voorwaarde voor een probleemloze
werking van het product. De garantie is niet
van toepassing op problemen die ontstaan als
gevolg van onvoldoende reiniging.
1. Schakel het product uit. Druk de
handgreepvergrendeling in zodat het
materiaal in het spuitpistool terugstroomt
naar het reservoir.
2. Schroef het reservoir los en giet het
resterende materiaal terug in het
originele reservoir.
3. Reinig het reservoir en de aanzuigslang
met een borstel.
4. Giet oplosmiddel of water in het reservoir
en plaats deze terug op het spuitpistool.
Gebruik geen oplosmiddel met een
vlampunt lager dan 21 °C.
Summary of Contents for 014168
Page 2: ......
Page 5: ...1 9 3 4 5 6 7 8 10 11 1 2 ...
Page 6: ...2 3 4 A B ...
Page 7: ...5 6 A B C 8 B A 1 2 7 ...
Page 8: ...9 10 ...
Page 62: ......
Page 63: ......
Page 64: ......
Page 65: ......
Page 66: ......
Page 67: ......
Page 68: ......
Page 69: ......
Page 70: ......
Page 71: ......
Page 72: ......
Page 73: ......
Page 74: ......
Page 75: ......
Page 76: ......
Page 77: ......
Page 78: ......
Page 79: ......
Page 80: ......
Page 81: ......
Page 82: ......
Page 83: ......
Page 84: ......
Page 85: ......
Page 86: ......
Page 87: ......
Page 88: ......
Page 89: ......
Page 90: ......
Page 91: ......
Page 92: ......
Page 93: ......
Page 94: ......
Page 95: ......
Page 96: ......
Page 97: ......
Page 98: ......
Page 99: ......
Page 100: ......
Page 101: ......
Page 102: ......
Page 103: ......
Page 104: ......
Page 105: ......
Page 106: ......
Page 107: ......
Page 108: ......
Page 109: ......
Page 110: ......
Page 111: ......
Page 112: ......
Page 113: ......
Page 114: ......
Page 115: ......
Page 116: ......
Page 117: ......
Page 118: ......
Page 119: ......
Page 120: ......