NL
58
SPUITINSTELLINGEN
Er zijn drie verschillende spuitinstellingen voor
verschillende toepassingen.
• A = horizontale, platte straal
• B = ronde straal
• C = verticale, smalle straal
De verschillende spuitpatronen zijn op het
voorste deel van het spuitpistool gemarkeerd.
Draai zo dat de pijl voor het gewenste
spuitpatroon zich in het midden van het
uitstekende deel aan de voorkant bevindt.
AFB. 5
SPUITPATROON INSTELLEN
Draai de borgring (1) iets los, draai het
luchtmondstuk (2) naar de markering voor het
gewenste spuitpatroon.
AFB. 6
WAARSCHUWING!
Gevaar voor persoonlijk letsel. Raak de
trekker nooit aan tijdens het aanpassen van
de luchtstroominstelling.
INSTELLEN VAN MATERIAALSTROOM
Stel de materiaalstroom in met de knop op de
handgreepvergrendeling op het spuitpistool.
- naar beneden = kleinere materiaalstroom
+ naar boven = grotere materiaalstroom
AFB. 7
SPUITTECHNIEK
• Het te verven oppervlak moet vrij zijn van
stof, vuil en vet.
• Plak oppervlakken die niet moeten
worden geverfd af.
• Plak schroefdraden en dergelijke op het te
schilderen object af.
VLOEISTOFFEN DIE KUNNEN
WORDEN GESPOTEN
Verven op water- en oplosmiddelbasis,
lak, grondverf, 2-componenten lak,
blanke lak, autolak, oppervlaktelak en
houtverduurzamingsmiddel.
VLOEISTOFFEN DIE NIET KUNNEN
WORDEN GESPOTEN
Emulsieverven, zure of basische verven.
Materiaal met een vlampunt lager dan 21 °C.
VOORBEREIDING
Controleer of de netspanning overeenkomt
met de nominale spanning op het typeplaatje.
MONTAGE VAN LUCHTSLANG
1. Steek de luchtslangconnectoren in de
aansluitingen op het product en op het
spuitpistool en draai om te vergrendelen.
AFB. 3
2. Schroef het reservoir van het spuitpistool.
Stel de inlaatslang af. Bij het spuiten
moet het reservoir bijna volledig worden
geleegd.
– Bij neerwaarts spuiten moet de
aanzuigslang naar voren gericht zijn
(A).
– Bij opwaarts spuiten moet de
aanzuigslang naar achteren gericht
zijn (B).
AFB. 4
3. Giet het voorbereide materiaal in het
reservoir en schroef het reservoir stevig op
het spuitpistool.
4. Plaats de compressorunit alleen op een
vlakke, schone ondergrond, anders kan
deze stof en dergelijke aanzuigen.
5. Pas de materiaalstroom op het
spuitpistool aan.
Summary of Contents for 014168
Page 2: ......
Page 5: ...1 9 3 4 5 6 7 8 10 11 1 2 ...
Page 6: ...2 3 4 A B ...
Page 7: ...5 6 A B C 8 B A 1 2 7 ...
Page 8: ...9 10 ...
Page 62: ......
Page 63: ......
Page 64: ......
Page 65: ......
Page 66: ......
Page 67: ......
Page 68: ......
Page 69: ......
Page 70: ......
Page 71: ......
Page 72: ......
Page 73: ......
Page 74: ......
Page 75: ......
Page 76: ......
Page 77: ......
Page 78: ......
Page 79: ......
Page 80: ......
Page 81: ......
Page 82: ......
Page 83: ......
Page 84: ......
Page 85: ......
Page 86: ......
Page 87: ......
Page 88: ......
Page 89: ......
Page 90: ......
Page 91: ......
Page 92: ......
Page 93: ......
Page 94: ......
Page 95: ......
Page 96: ......
Page 97: ......
Page 98: ......
Page 99: ......
Page 100: ......
Page 101: ......
Page 102: ......
Page 103: ......
Page 104: ......
Page 105: ......
Page 106: ......
Page 107: ......
Page 108: ......
Page 109: ......
Page 110: ......
Page 111: ......
Page 112: ......
Page 113: ......
Page 114: ......
Page 115: ......
Page 116: ......
Page 117: ......
Page 118: ......
Page 119: ......
Page 120: ......