55
10. Bediening
c) Sound-to-Light modus
• Druk op de toets FUNC tot SoUN wordt weergegeven en druk op de toets ENTER.
• Selecteer met de pijltoetsen on om de Sound-to-Light-modus te activeren.
• Bevestig uw keuze opnieuw met de toets ENTER.
• Het lichteffect wordt hierbij via een ingebouwde microfoon op het tempo van de muziek gestuurd.
d) Master-slave-modus
• Druk op de toets FUNC tot SLNd wordt weergegeven en druk op de toets ENTER.
• Selecteer met de pijltoetsen NASt om het lichteffect als master-apparaat te definiëren (besturing via de ingebouwde
controller).
• Selecteer met de pijltoetsen SL 1 om het lichteffect in de normale slave-modus te besturen (besturing via de controller
van het aangesloten master-apparaat).
• Selecteer met de pijltoetsen SL 2 om het lichteffect in de omgekeerde slave-modus te besturen (besturing via de
controller van het aangesloten master-apparaat).
• Bevestig uw keuze opnieuw met de toets ENTER.
Als het apparaat als alleenstaand apparaat (stand alone) moet worden gebruikt, moet het als master-
apparaat worden gedefinieerd.
In een master-slave-ketting mag slechts één apparaat als master-apparaat worden gedefinieerd, alle andere
apparaten moeten als slave-apparaten worden gedefinieerd.
In de omgekeerde slave-modus gedraagt het apparaat zich tegengesteld van het master-apparaat.
e) Automatische modus
• Druk op de toets FUNC tot ShNd wordt weergegeven en druk op de toets ENTER.
• Selecteer met de pijltoetsen het gewenste automatische effect SP01 tot SP06.
• Bevestig uw keuze opnieuw met de toets ENTER.