NL
30
WATERTANK VULLEN
Opgelet!
■
Wanneer de watertank gevuld is, mag
de hoofdeenheid niet gekanteld, ver-
keerd om of op zij n zij kant gelegd of
gezet worden. Er kan water uitlopen!
1. Zorg ervoor dat het apparaat is uitge-
schakeld (bedrij fsindicatielampje (
11
)
brandt niet).
2. Klap het watertankdeksel (
3
) open.
3. Vul de watertank (
4
) met behulp van
de maatbeker met water of een mix
van water en reinigingsmiddel (max.
180 ml) (
afbeelding C
).
4. Klap het watertankdeksel dicht. Het
moet vastklikken.
GEBRUIK
Opgelet!
■
Zorg ervoor dat op het te reinigen
vlak geen grotere, scherpe voorwer-
pen liggen.
■
Let op de MAX-markering van het
vuilopvangreservoir. Maak het vuilop-
vangreservoir leeg wanneer tij dens
gebruik de markering wordt bereikt.
Maak het vuilopvangreservoir na elk
gebruik leeg en schoon. Ook het fi lter
moet regelmatig gereinigd worden
om overbelasting van de motor te
vermij den.
■
Schakel het apparaat na elk gerei-
nigd oppervlak uit. Dit verhoogt de
gebruiksduur per acculading aanzien-
lij k. Laad de accu na gebruik op (zie
hoofdstuk 'Accu opladen').
Het apparaat kan niet in gebruik
worden genomen wanneer het is
aangesloten op het lichtnet. Trek
vóór gebruik het aansluitsnoer (
X
)
uit.
1. Zet het apparaat in elkaar (zie hoofd-
stuk ‘Apparaat in elkaar zetten’).
2. Mocht dat nog niet zij n
gebeurd, breng dan een van de
microvezeldoeken (
B
) met behulp
van de klittenband aan aan de
reinigingsvoet (
9
) (
afbeelding D
).
3. Vul de watertank (
4
) (zie hoofdstuk
‘Watertank vullen’).
4. Druk op de Aan/Uit-knop (
2
) om het
apparaat in te schakelen en met de
reinigingsvoet over het te reinigen
oppervlak te bewegen.
5. Maak indien gewenst gebruik van de
sproeiknop (
12
) op de handgreep (
D
)
om de vloer via het sproeimondstuk
(
10
) te bevochtigen.
6. Druk opnieuw op de Aan/Uit-knop om
het apparaat uit te schakelen.
REINIGEN EN OPBERGEN
Opgelet!
■
Let er bij het reinigen op dat er geen
vloeistof in de hoofdeenheid en de
handgreep komt.
■
Gebruik voor het reinigen geen
scherpe of schurende reinigingsmid-
delen. Deze kunnen de oppervlakken
beschadigen.
Na verloop van tij d kunnen de
microvezeldoeken (
B
) verkleuren.
Dit is normaal en heeft geen na-
delige gevolgen op de werking.
Mocht een van de microvezel-
doeken echter beschadigd of ver-
sleten zij n, dan moet hij worden
vervangen
(vervangingsset: art. nr.
05703)
•
Als er nog water in de watertank (
4
)
zit, maak die dan leeg.
•
Haal het vuilopvangreservoir (
7
) eruit
en reinig het:
○
druk op de ontgrendelingsknop (
6
);