43
NEDERLANDS
2.
Plaats uw lichaam niet in één lijn achter de
ronddraaiende schijf.
:DQQHHUGHVFKLMIRSKHW
DDQJULMSSXQWLQKHWZHUNVWXN]LFKYDQXZOLFKDDP
DIEHZHHJWNXQQHQGRRUGHPRJHOLMNHWHUXJVODJ
GHURQGGUDDLHQGHVFKLMIHQKHWHOHNWULVFKJHUHHG
-
VFKDSLQXZULFKWLQJZRUGHQJHZRUSHQ
Wanneer de schijf vastloopt of u het slijpen
onderbreekt, schakelt u het elektrisch gereed-
schap uit en houdt u dit stil totdat de schijf
volledig tot stilstand is gekomen. Probeer
nooit de doorslijpschijf uit de snede te halen
terwijl de schijf nog draait omdat hierdoor een
terugslag kan optreden.
Onderzoek waarom de
VFKLMILVYDVWJHORSHQHQWUHIDIGRHQGHPDDWUHJHOHQ
om de oorzaak ervan op te heffen.
4.
Begin niet met doorslijpen terwijl de schijf al in
het werkstuk steekt. Wacht totdat de schijf op
maximaal toerental draait en breng daarna de
schijf voorzichtig terug in de snede.
Wanneer
KHWHOHNWULVFKJHUHHGVFKDSRSQLHXZZRUGWJHVWDUW
WHUZLMOGHVFKLMIDOLQKHWZHUNVWXNVWHHNWNDQGH
VFKLMIYDVWORSHQRPKRRJORSHQRIWHUXJVODDQ
5.
Ondersteun platen en grote werkstukken om
de kans op het beknellen van de schijf en
terugslag te minimaliseren.
*URWHZHUNVWXNNHQ
QHLJHQGRRUWH]DNNHQRQGHUKXQHLJHQJHZLFKW8
PRHWKHWZHUNVWXNRQGHUVWHXQHQYODNELMGHVQLMOLMQ
HQYODNELMGHUDQGYDQKHWZHUNVWXNDDQEHLGH
NDQWHQYDQGHVFKLMI
6.
Wees extra voorzichtig bij het maken van een
invalslijpsnede in bestaande wanden of op
andere plaats waarvan u de onderkant niet
kunt zien.
'HXLWVWHNHQGHVFKLMINDQJDVRIZDWHU
-
OHLGLQJHQHOHNWULVFKHEHGUDGLQJRIYRRUZHUSHQGLH
WHUXJVODJYHURRU]DNHQUDNHQ
9HLOLJKHLGVZDDUVFKXZLQJHQVSHFL¿HNYRRU
schuurwerkzaamheden:
1.
Gebruik geen veel te grote schuurpapierschij-
ven. Volg de aanbevelingen van de fabrikant
bij uw keuze van het schuurpapier.
Te groot
VFKXXUSDSLHUGDWXLWVWHHNWWRWYRRUELMGHUDQGYDQ
KHWVFKXXUNXVVHQOHYHUWVQLMJHYDDURSHQNDQ
EHNQHOOHQRIVFKHXUHQYDQGHVFKXXUSDSLHUVFKLMI
RIWHUXJVODJYHURRU]DNHQ
9HLOLJKHLGVZDDUVFKXZLQJHQVSHFL¿HNYRRU
draadborstelwerkzaamheden:
1.
Wees erop bedacht dat ook tijdens normaal
gebruik borsteldraden door de borstel worden
rondgeslingerd. Oefen niet te veel kracht uit op
de borsteldraden door een te hoge belasting
van de borstel.
'HERUVWHOGUDGHQNXQQHQPHW
JHPDNGRRUGXQQHNOHGLQJHQRIGHKXLGGULQJHQ
2.
Als het gebruik van een beschermkap wordt
aanbevolen voor draadborstelen, zorgt u
ervoor dat de draadschijf of draadborstel niet
in aanraking komt met de beschermkap.
De
GUDDGVFKLMIRIGUDDGERUVWHONDQLQGLDPHWHUWRHQH
-
PHQDOVJHYROJYDQGHZHUNEHODVWLQJHQFHQWULIX
-
gale krachten.
Aanvullende veiligheidswaarschuwingen:
1.
Bij gebruik van een slijpschijf met een verzon-
ken middengat, mag u uitsluitend met glasve-
zel versterkte schijven gebruiken.
2.
GEBRUIK NOOIT een stenen komschijf op
deze slijpmachine.
'H]HVOLMSPDFKLQHLVQLHW
RQWZRUSHQYRRUGLWW\SHVFKLMYHQHQKHWJHEUXLN
HUYDQNDQOHLGHQWRWHUQVWLJSHUVRRQOLMNOHWVHO
/HWHURSGDWXGHDVGHÀHQVPHWQDPHGH
montagekant) en de borgmoer niet beschadigt.
Als deze onderdelen beschadigd raken, kan de
schijf breken.
4.
Zorg ervoor dat de schijf niet in aanraking is
met het werkstuk voordat u het gereedschap
hebt ingeschakeld.
5.
Laat gereedschap een tijdje draaien voordat u
het op het werkstuk gaat gebruiken. Controleer
op trillingen of schommelingen die op onjuiste
montage of een slecht uitgebalanceerd schijf
kunnen wijzen.
6.
Gebruik de aangegeven kant van de schijf om
mee te slijpen.
7.
Laat het gereedschap niet ingeschakeld lig-
gen. Schakel het gereedschap alleen in wan-
neer u het vasthoudt.
8.
Raak het werkstuk niet onmiddellijk na bewer-
king aan. Het kan bijzonder heet zijn en brand-
wonden op uw huid veroorzaken.
Houd u aan de instructies van de fabrikant
voor het juist aanbrengen en gebruiken van de
schijven. Behandel de schijven voorzichtig en
berg deze met zorg op.
10.
Gebruik geen afzonderlijke verloopbussen of
adapters om slijpschijven met een groot asgat
aan dit gereedschap aan te passen.
11.
*HEUXLNXLWVOXLWHQGÀHQ]HQGLHJHVFKLNW]LMQ
voor dit gereedschap.
12.
Voor gereedschap waarop schijven met een
geschroefd asgat dienen aangebracht te wor-
den, moet u ervoor zorgen dat de schroefdraad
in de schijf lang genoeg is zodat de as hele-
maal erin gaat.
Zorg ervoor dat het werkstuk goed onder-
steund is.
14.
Houd er rekening mee dat de schijf nog een
tijdje blijft draaien nadat het gereedschap is
uitgeschakeld.
15.
Indien de werkplaats uiterst warm en vochtig
is, of erg verontreinigd is met geleidend stof,
gebruikt u een kortsluitstroomonderbreker
(30 mA) om de veiligheid van de gebruiker te
verzekeren.
16.
Gebruik het gereedschap niet op materialen
die asbest bevatten.
17.
Wanneer u een doorslijpschijf gebruikt, dient
u altijd te werken met de stofvangbescherm-
kap die door de plaatselijke overheid wordt
voorgeschreven.
18.
Schijven bedoeld voor doorsplijpen mogen
niet aan zijwaartse druk worden blootgesteld.
Draag geen stoffen werkhandschoenen tijdens
gebruik van dit gereedschap.
Vezels van stof-
IHQKDQGVFKRHQHQNXQQHQELQQHQGULQJHQLQKHW
gereedschap waardoor het gereedschap defect
kan raken.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES.