129
– zoek naar beschadigingen;
– voer de vereiste herstelling van de
beschadigde delen uit;
– zorg ervoor dat alle moeren, bouten en
schroeven vast zijn aangetrokken.
Onderhoud en opslag
• Zorg ervoor dat alle moeren, bouten en
schroeven vast zijn aangetrokken en dat
het toestel zich in een veilige werktoe-
stand bevindt.
• Controleer de grasopvanginrichting
regelmatig op slijtage en op een correct
werking.
• Om veiligheidsredenen moet u versleten
of beschadigde delen vervangen.
• Let er bij machines met meerdere maai-
messen op dat de beweging van een
maaimes tot rotatie van de andere maai-
messen kan leiden.
• Let er bij het instellen van de machine op
dat er geen vingers tussen de bewe-
gende maaimessen en vaststaande delen
van de machine worden gekneld.
• Laat de motor afkoelen vooraleer u de
machine opbergt.
• Let er bij het onderhoud van de maaimes-
sen op dat, zelfs wanneer de motor is uit-
geschakeld, de maaimessen bewogen
kunnen worden.
• Om veiligheidsredenen moet u versleten
of beschadigde delen vervangen.
Gebruik uitsluitend originele vervang-
stukken en toebehoren.
• Neem voor meer veiligheidsinstructies
ook de bijgevoegde handleiding van de
motor in acht!
Overzicht van het toestel
1. Stuurbeugel
2. Inschakelbeugel
3. Vastzeteenheid
4. Kabelklem
5. Motorolie-vulschroef (oliepeilstok)
6. Snijhoogte-eenheid
7. Uitlaat
8. Bougiedop
9. Loopwiel (voor)
10. Luchtfilterbehuizing
11. Loopwiel (achter)
12. Tankdeksel (voor brandstof)
13. Trekstarter
14. Opvangzak
15. Onderste stuurbeugel
16. Toevoerbeugel
17. Gashendel
18. Mulchplug
Leveringsomvang
• Maaier met onderstel
• Montagemateriaal
• Opvangzak
• Handleiding
Montage
Onderste stuurbeugel monteren
– Veervergrendeling (19) 90° draaien. (A)
– De onderste stuurbeugel (15) zoals weer-
gegeven positioneren. (B)
– De veervergrendeling (19) weer 90°
draaien, zodat de stift ervan vastklikt. (C)
– De onderste stuurbeugel (15) nu met een
schroef, sluitring en zelfborgende moer
zoals afgebeeld vastschroeven. (D)
Bovenste stuurbeugel monteren
– Bovenste stuurbeugel (15) zoals weerge-
geven monteren.
– De procedure voor de andere zijde herha-
len.
Bowdenkabels bevestigen
– Bowdenkabels zoals afgebeeld met
klemmen (4) aan de onderste stuurbeu-
gel (15) bevestigen.
Opvangzak monteren
– Opvangzak (14) zoals weergegeven mon-
teren.
Trekstarter voorbereiden
– De trekstarter (13) er langzaam uittrekken
en de trekstartkabel door de beide
ogen (20) op de onderste en bovenste
stuurbeugel leiden.
Bediening
WAARSCHUWING! Risico op let-
sel!
Controleer of het apparaat lood-
recht op een stabiel, voldoende
draagkrachtig en egaal oppervlak
staat.
NL
Rasenmaeher_480128.book Seite 129 Dienstag, 12. April 2016 10:02 10