14 NL
Zo handelt u correct
J
Gebruik alleen 230 - 240 Volt ~ tl-buis met
maximaal vermogen van 13 Watt.
J
Monteer de lamp zodanig dat hij beschermd
wordt tegen vocht en verontreiniging.
J
Bereid de montage zorgvuldig voor en neem
daarvoor voldoende tijd. Leg alle onderdelen
en het benodigde gereedschap of materiaal
tevoren overzichtelijk en binnen handbereik klaar.
J
Wees steeds opmerkzaam! Let altijd op wat u
doet en ga steeds met overleg te werk.
Monteer de lamp in geen geval wanneer u
ongeconcentreerd bent of zich niet goed voelt.
Q
Voorbereiding
Q
Vereist gereedschap en
materiaal
De genoemde gereedschappen en materialen zijn
niet bij de leveringsomvang inbegrepen. Het gaat
hierbij om niet-bindende gegevens en waarden ter
oriëntatie. De hoedanigheid van het materiaal is af-
hankelijk van de individuele voorwaarden ter plekke.
-
Potlood / Markeergereedschap
- Schroevendraaier
- Boormachine
- Boor
- Waterpas
Q
Ingebruikname
Q
Lamp monteren
1. Meet de wand / het montagevlak uit voor de
boringen. Gebruik een waterpas voor de
correcte uitlijning.
2. Teken de afstand van 500 mm af voor de
beide bevestigingsboringen.
3. Boor nu de bevestigingsgaten (ø ca. 5 mm,
diepte ca. 30 mm). Let op dat u geen toevoer-
leidingen beschadigt.
4. Plaats de bijgevoegde pluggen in de boorgaten.
Draai de bijgevoegde schroeven in de pluggen
totdat ze ca. 1,3 mm uit de wand / het monta-
gevlak steken.
5. Bevestig de lamp met via de desbetreffende
montagegaten
4
of
8
aan de schroeven.
6. Steek de steker van de voedingskabel
12
in de
contactdoos van de lamp
1
.
7. Steek de netsteker
12
in de contactdoos. De
spot is nu gereed voor gebruik.
Q
Meerdere lampen
met elkaar verbinden
VOORZICHTIG!
Let op dat eerst alle onderbouw-
lampen door middel van een verbindingskabel
7
met elkaar verbonden moeten zijn voordat u de
netkabel
12
op de contactdoos aansluit.
Opmerking:
let op dat u slechts max. 10 onder-
bouwlampen van hetzelfde type via een contactdoos
met elkaar mag verbinden.
j
Monteer tot max. drie lampen van hetzelfde type
naast elkaar. Volg hiervoor de arbeidsstappen
1 tot 5 van het hoofdstuk ‘Lamp monteren’ op.
Opmerking:
let op dat de afstand tussen de
lampen niet groter is dan 21 cm.
j
Verwijder de beschermkap
6
.
j
Steek de verbindingskabel
7
in de aansluit-
contactdoos
5
van de lamp.
j
Steek de tweede aansluiting van de verbindings-
kabel
7
in de lampcontactdoos
1
van de
andere lamp.
j
Steek de aansluiting van de netkabel
12
in de
contactdoos
1
van de buitenste, linker lamp.
j
Steek de netsteker
12
in de contactdoos. Uw
lamp is nu gereed voor gebruik.
Q
Aan- / uitschakelen
j
Bedien de AAN- / UIT-schakelaar
2
om de
lamp in of uit te schakelen.
Veiligheid / Voorbereiding / Ingebruikname