51
NL/BE
Batterijen vervangen
Maak de stekker van de verbindingskabel
11
naar de laadbus
van de hoofdeenheid
1
los.
Draai de schroef aan de onderzijde van de hoofdeenheid
1
los
(afb. A).
Let op de rubberen nippel van de laadbus.
Verwijder de hoofdeenheid
1
van de montageplaat
5
(afb. C).
Verwijder het batterijvak
8
van de achterzijde van de hoofdeen-
heid
1
(afb. D).
Haal de lege batterijen uit het batterijvak
8
en plaats nieuwe
batterijen van hetzelfde type (afb. E). Controleer of de batterijen
juist zijn geplaatst. De juiste polariteit wordt in het batterijvak aan-
gegeven.
Plaats het batterijvak
8
weer terug in de achterijzde van de hoof-
deenheid
1
(afb. D). Let erop dat de bovenste nok en laadbus in
de passende houder worden gebracht. Klem geen draden af.
Plaats vervolgens de hoofdeenheid
1
op de montageplaat
5
.
Plaats de 2 nokken in de passende uitsparingen aan de bovenzi-
jde van de montageplaat
5
. Controleer of het product goed is
bevestigd.
Zeker de hoofdeenheid
1
met de schroef aan de onderzijde
(afb. A).
Let op de rubberen nippel van de laadbus.
Verbind de stekker van de verbindingskabel
11
met de laadbus
van de hoofdeenheid
1
(afb. G).