60
3.- Om een aangepaste en veilige werking te bekomen moet men
het apparaat om een redelijke afstand plaatsen van muren en
ontvlambare produkten.
4.- Laat een ruimte van tenminste 30 cm aan de zijkanten om een
juiste en veilige werking te bevorderen.
5.- Trek nooit aan het elektrische snoer om letsels en schade te
voorkomen.
VOORZORGSMAATREGELEN
!
1.- Plaats de eenheid op een aangepaste hoogte op een basis in
een zone die is geschikt om te werken. Men moet tijdens de
plaatsing evalueren of het apparaat of de inhoud per ongeluk
zouden kunnen vallen en of de basis voldoende sterk is om het
gewicht van het toestel te kunnen dragen.
2.- Plaats nooit voorwerpen op de Halogeen Glazen
Convectie-oven; men zou de machine kunnen beschadigen
en mogelijke persoonlijke letsels kunnen veroorzaken.
3.- Wanneer men de eenheid voor de inbedrijfstelling gaat
installeren, dan moet men er zeker van zijn dat die niet op het
elektrische net is aangesloten. Men zou immers persoonlijke
letsels kunnen veroorzaken.
4.- De eenheid is niet waterdicht. Voor een veilige en aangepaste
werking moet men de machine in een ruimte plaatsen waar
de omgevingstemperatuur tenminste 21 ºC (70 ºF) en
maximum 29 ºC (85 ºF) bedraagt.
5.- Plaats de Halogeen Glazen Convectie-oven niet in een zone
die onderhevig is aan hoge temperaturen of aan vetten van
grills, frituurpannen, enz. Een te hoge temperatuur kan schade
aan de eenheid berokkenen.
6.- Plaats de Halogeen Glazen Convectie-oven aan de voor- en
achterkant niet in een ongeventileerde zone.