Nederlands
21
Zorg ervoor dat in de buurt
van luchtinlaten geen uitlaat-
gasemissies optreden.
Voorkom dat brandstof of mo-
torolie herhaaldelijk of langdu-
rig in contact komt met de huid
en adem geen brandstofdam-
pen in.
몇
VOORZICHTIG
Gevaar voor verbranding
Raak geen hete oppervlakken
zoals geluiddemper, cilinders
of koelribben aan.
Gevaar voor gehoorschade
Gebruik het apparaat niet zon-
der geluiddemper. Controleer
de geluiddemper regelmatig
en laat een defecte geluid-
demper vervangen.
LET OP
Beschadigingsgevaar
Gebruik alleen originele delen
van de fabrikant.
Oude brandstof kan leiden tot
afzettingen in de carburateur
en kan zo het motorrende-
ment negatief beïnvloeden.
Gebruik uitsluitend nieuwe
brandstof.
Verstel geen regelveren of
stangen die kunnen leiden tot
een verhoging van het motor-
toerental.
Gebruik het apparaat niet als
het luchtfilter is verwijderd.
Trek niet aan het startkoord
als het apparaat in werking is.
Let op voldoende ventilatie
om oververhitting van het ap-
paraat te voorkomen.
Symbolen op het apparaat
몇
WAARSCHUWING
Explosiegevaar, brandgevaar.
Benzine kan door ondeskundige hantering leiden tot
brand of explosies.
Zet de motor vóór het tanken uit.
Gebruik het apparaat niet in gesloten ruimten of gedeel-
telijk omsloten terreinen.
Lees deze gebruiksaanwijzing voordat het apparaat
wordt gebruikt.
LET OP
Beschadigingsgevaar
Geen dieselbrandstof tanken.
Instructie:
Controleer het oliepeil voor de inbedrijfstelling van het
apparaat. Als het oliepeil te laag is, stopt de motor en
brandt het controlelampje. Olie SAE 10W30 bijvullen.
몇
WAARSCHUWING
Explosiegevaar, brandgevaar.
Zet de motor vóór het tanken uit.
Verwijder gemorste brandstof voordat het apparaat in
bedrijf wordt gesteld.
Stel het apparaat niet in bedrijf als het brand-
stofsysteem ondicht is.
몇
VOORZICHTIG
Heet oppervlak
De uitlaat van het apparaat wordt tij-
dens bedrijf zeer heet en kan leiden tot
verbrandingen.
Vermijd contact met de uitlaat.
몇
WAARSCHUWING
Gevaar voor gehoorschade en oog-
letsel.
Draag een veiligheidsbril en gehoorbe-
scherming wanneer u het apparaat ge-
bruikt.
Symbolen waarschuwingsinstructies
Neem bij de omgang met batterijen volgende waarschu-
wingsinstructies in acht:
Beschrijving apparaat
Afbeeldingen, zie omslagpagina
Afbeelding A
1
Luchtfilter
2
Duwbeugel
3
Trekdraadstarter
4
Chokehendel
5
Brandstofkraan
6
Brandstoftank
7
Bedieningsveld
8
Batterij
9
Oliepeilstok
10
Olieaftapplug
11
Niveau-indicatie brandstof
12
Deksel brandstoftank
13
Typeplaatje
14
Controlelampje
15
Sleutelschakelaar motor
16
Veiligheidsschakelaar gelijkstroom
17
Klemmen gelijkstroom
18
Voltmeter wisselspanning
19
Vermogenschakelaar
20
Wisselstroom-contactdoos
21
PGG 6/1: wisselstroom-contactdoos
PGG 8/3: draaistroom-contactdoos
22
Aardingsklem
Symbolen op het apparaat
Luchtfilter om de 50 uur reinigen, in stoffige omgevingen
om de 10 uur (zie "Verzorging en onderhoud/luchtfilter
reinigen").
Instructie voor het controleren van
het oliepeil.
Chokehendel
Montage
1. De duwbeugel met bijgeleverd montagemateriaal
op het apparaatframe aanbrengen.
Afbeelding B
1
Duwbeugel
2
Standaard
3
Wiel
2. De wielen met bijgeleverd montagemateriaal op het
apparaatframe aanbrengen.
3. De standaard met bijgeleverd montagemateriaal op
het apparaatframe aanbrengen.
Eerste inbedrijfstelling
Olie bijvullen
1. Het apparaat horizontaal plaatsen.
2. De oliepeilstok eruit draaien.
3. De motorolie bijvullen.
Instructie:
De motorolie is niet bij de leveringsom-
vang inbegrepen. De hoeveelheid en oliesoorten staan
vermeld in het hoofdstuk "Technische gegevens".
4. De oliepeilstok schoonvegen.
5. De oliepeilstok er helemaal insteken, maar niet vast-
schroeven.
6. De oliepeilstok eruit trekken. Het oliepeil moet zich in
het gemarkeerde deel van de oliepeilstok bevinden.
7. Bij een laag oliepeil de motorolie bijvullen.
8. De oliepeilstok erin draaien en vastdraaien.
Inbedrijfstelling
Oliepeil controleren
1. Het apparaat horizontaal plaatsen.
2. De oliepeilstok eruit draaien.
3. De oliepeilstok schoonvegen.
4. De oliepeilstok er helemaal insteken, maar niet in-
schroeven.
5. De oliepeilstok eruit draaien. Het oliepeil moet zich
in het gemarkeerde deel van de oliepeilstok bevin-
den.
6. Bij laag oliepeil de motorolie bijvullen.
7. De oliepeilstok erin draaien en vastdraaien.
Brandstof tanken
1. De tankweergave aflezen.
2. De brandstoftank bijvullen, als de tankweergave
een lager vulpeil aangeeft.
3. Het deksel van de brandstoftank eraf schroeven.
Aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing
van de batterij en op de batterij alsook in
deze gebruiksaanwijzing in acht nemen.
Oogbescherming dragen.
Kinderen uit de buurt van zuur en batterij
houden.
Explosiegevaar
Vuur, vonken, open licht en roken verbo-
den.
Verbrandingsgevaar
Eerste hulp.
Waarschuwing
Afvalverwijdering
Batterij niet in de vuilnisbak gooien.
Summary of Contents for PGG 3/1
Page 49: ...49 2 m IEC 60245 4...
Page 58: ...58 IEC 60245 4 SAE 10W30...
Page 92: ...92 2 IEC 60245 4...