Nederlands
47
3. Bij het vervoer in voertuigen het appa-
raat tegen wegglijden en omvallen be-
veiligen.
Opslag
몇
VOORZICHTIG
Niet in acht nemen van het gewicht
Gevaar voor letsel en beschadiging
Houd bij de opslag rekening met het ge-
wicht van het apparaat.
1. Het apparaat alleen in binnenruimtes
opslaan.
Verzorging en onderhoud
GEVAAR
Per ongeluk opstartend apparaat, con-
tact van stroomvoerende delen
Verwondingsgevaar, elektrische schok
Schakel vóór werkzaamheden aan het ap-
paraat het apparaat uit.
Trek de netstekker eruit.
GEVAAR
Gevaar voor de gezondheid door scha-
delijk stof
Ademhalingsaandoeningen door inade-
ming van stof.
Draag voor onderhoudswerkzaamheden
(bijv. filtervervanging) een masker van klas-
se P2 of hoger en wegwerpkleding.
GEVAAR
Gebrekkige filtratie
Ademhalingsaandoeningen door inade-
ming van stof.
De effectiviteit van de filtratie van het appa-
raat kan met de testmethode zoals gespe-
cificeerd in EN 60 335-2-69 22.AA.201.2
worden getest.
몇
WAARSCHUWING
Gevaar voor de gezondheid door scha-
delijk stof
Ademhalingsaandoeningen door inade-
ming van stof.
Veiligheidsinrichtingen voor het voorkomen
van gevaren moeten minstens eenmaal per
jaar door de fabrikant of een opgeleid per-
soon op hun probleemloze veiligheidstech-
nische werking worden gecontroleerd, bijv.
dichtheid van het apparaat, schade aan het
filter, werking van de controle-inrichtingen.
LET OP
Siliconenhoudende onderhoudsmidde-
len
Kunststof onderdelen kunnen worden aan-
getast.
Gebruik om te reinigen geen siliconenhou-
dende onderhoudsmiddelen.
Stofverwijderende machines en veilig-
heidsinrichtingen voor het vermijden of ver-
helpen van gevaren volgens BGV A1.
●
Voor het onderhoud door de gebruiker
moet het apparaat uit elkaar gehaald,
gereinigd en onderhouden worden, voor
zover dit uitvoerbaar is, zonder hierbij
een gevaar voor het onderhoudsperso-
neel en andere personen te vormen. Ge-
schikte voorzorgsmaatregelen omvatten
de ontgifting vóór het uit elkaar halen
van het apparaat, het treffen van maat-
regelen voor gefilterde gedwongen ont-
luchting op plaatsen waar het apparaat
uit elkaar wordt gehaald, reiniging van
het onderhoudsvlak en geschikte be-
scherming van het personeel.
●
De buitenkant van het apparaat moet
door het stofzuigproces ontgift en
schoon worden afgeveegd of met af-
dichtmiddel worden behandeld vooral-
eer het uit het gevaarlijke gebied wordt
genomen. Alle onderdelen van het ap-
paraat moeten als verontreinigd worden
beschouwd als ze uit het gevaarlijke ge-
bied worden genomen. Er moeten pas-
sende maatregelen worden getroffen
om een stofverdeling te vermijden.
●
Bij de uitvoering van onderhouds- en re-
paratiewerkzaamheden moeten alle ver-
ontreinigde voorwerpen die niet op
bevredigende wijze konden worden ge-
reinigd, worden weggeworpen. Dergelij-
ke voorwerpen moeten in
ondoorlaatbare zaken, in overeenstem-
ming met geldende bepalingen voor het
verwijderen van dergelijk afval, worden
afgevoerd.
●
Bij transport en onderhoud van het ap-
paraat moeten de zuigopeningen met de
afsluitstoppen worden afgesloten.