De speelstukken en de opstelling:
De spelers nemen de sorteertafel met de stukken van de gekozen kleur.
Op de stukken staat een afbeelding en een nummer. Dit nummer geeft de hoogte van de rang aan. De
maarschalk is de hoogste in rang en heeft nummer 10, de generaal heeft 9 tot aan de spion die nummer
1 heeft. Alleen de bommen en de vlag hebben geen nummer, omdat zij een speciale rol vervullen.
Je plaatst je stukken op de onderste vier rijen van het speelbord. Je plaatst de stukken dus met de rug
naar de tegenstander toe, zodat hij de afbeelding niet kan zien en jij wel. De twee middelste rijen (die met
de meertjes) blijven leeg. Hier mogen bij het opstellen geen speelstukken geplaatst worden.
De opstelling is een belangrijk onderdeel van het spel. Winst of verlies hangen ervan af. Aan het einde
van deze handleiding staan enkele tips.
Als de spelers klaar zijn met hun opstelling wordt het scherm weggehaald. De sorteertafels worden
naast het bord gelegd. Alle geslagen stukken worden hierop zodanig teruggelegd, dat de tegenstander
ook kan zien welke stukken jij al geslagen hebt. In de sorteertafels staan nummertjes, zodat je kunt zien
waar je de geslagen stukken terug moet leggen.
Spelverloop:
Rood begint. Vervolgens verplaatsen de spelers om de beurt een stuk. Je verplaatst een stuk naar een
leeg veld of naar een veld waar een stuk van de tegenstander staat. Dit laatste heet een aanval. Per
beurt mag een speler altijd maar één stuk verplaatsen!
Verplaatsen:
Je verplaatst een stuk door het één vakje naar links, of één naar rechts, één naar voren of één naar
achteren te zetten. De verkenner (nummer 2) is hierop een uitzondering; hierover later meer.
Er mag maar één stuk op één veld staan; stukken kunnen niet over andere stukken heenspringen en
stukken kunnen ook niet diagonaal worden verplaatst.
Speelstukken mogen niet in de twee meren in het midden van het speelbord komen. Ze kunnen er ook
niet over heen springen.
Je mag met een speelstuk niet ononderbroken tussen twee velden heen en weer blijven schuiven. Het
mag niet meer dan 3 keer. Het is belangrijk vast te stellen welke speler met het heen en weer schuiven
is begonnen. Deze moet er namelijk als eerste mee ophouden en dit kan belangrijk stukverlies tot gevolg
hebben. Deze regel heet de 2 velden regel.
Je mag ook niet voortdurend achter één of meer vijandelijk stuk aanzitten. Als dit gebeurt (en over meer
dan twee velden) dan moet de aanvaller er mee ophouden.
De bommen en de vlag mogen nooit worden verplaatst en blijven dus gedurende het
hele spel op hun plaats van opstelling staan.
Voor de verkenners (2) gelden speciale regels. Verkenners kunnen onbeperkt over lege
velden heen springen. Maar natuurlijk wel in een rechte lijn. Dus naar links, naar rechts,
naar voren en naar achteren. Zo ver ze willen, mits de velden leeg zijn, want ze kunnen
niet over de eigen of vijandelijke stukken heenspringen. Ze kunnen ook niet over
de meertjes springen. Verkenners zijn de enige stukken die over grote afstand
kunnen aanvallen.
Verkenner
INT Strat Orig Rules.qxd 16-05-2006 10:57 Pagina 4