NL 31
- Wanneer het oppervlak is gebarsten, schakel dan het apparaat uit om het risico op een elektrische schok te
voorkomen (uitsluitend voor toestellen met een glazen oppervlak).
- Het apparaat mag niet gebruikt worden met een externe timer of een afzonderlijk afstandsbedieningssysteem.
- Onbewaakt koken op een kookvuur met vet of olie kan gevaarlijk zijn en kan brand veroorzaken. TRACHT NOOIT
een brand te blussen met water, maar schakel het apparaat uit en bedek vervolgens de vlam met een deksel of
een blusdeken.
Brandgevaar: bewaar geen items op de kookoppervlakken.
- Gebruik geen stoomreinigers.
- Metalen voorwerpen zoals messen, vorken, lepels en deksels mogen niet op het oppervlak van de kookplaat
geplaatst worden omdat ze warm kunnen zijn.
- Na gebruik dient u het kookplaatelement uit te schakelen met het bedieningspaneel. Vertrouw niet op de
pandetector (uitsluitend voor inductietoestellen).
Verwerking van de verpakking
De verpakking kan volledig gerecycled worden, zoals wordt aangegeven door het symbool (
). De verschillende onderdelen van de verpakking mogen niet
terechtkomen in het milieu, maar moeten als afval verwerkt worden volgens de plaatselijke voorschriften.
Verwerking van het apparaat
Dit apparaat is voorzien van het merkteken volgens de Europese richtlijn 2012/19/EG inzake Afgedankte Elektrische en Elektronische Apparatuur (AEEA).
Door ervoor te zorgen dat dit product op de juiste wijze als afval wordt verwerkt, helpt u mogelijke schadelijke gevolgen voor het milieu en de gezondheid te
voorkomen.
Het symbool
op het product of op de begeleidende documentatie bij het product geeft aan dat dit apparaat niet als huishoudelijk afval behandeld mag worden,
maar naar een speciaal verzamelpunt voor recycling van elektrische en elektronische apparaten moet worden gebracht.
Energiebesparing
Om de beste resultaten te verkrijgen adviseren wij het volgende:
•
Gebruik potten en pannen met een doorsnede die gelijk is aan die van de kookzone.
•
Gebruik alleen pannen met een platte bodem.
•
Houd tijdens het koken zo veel mogelijk de deksel op de pan.
•
Met een snelkookpan kunt u nog meer tijd en energie besparen.
•
Zet de pan altijd in het midden van de op de kookplaat getekende kookzone.
Gebruik een magneet om te controleren of de bodem van de pan geschikt is voor de inductiekookplaat: als de pan niet door de magneet wordt aangetrokken, is hij niet
geschikt.
-
Controleer of de bodem van de pannen niet ruw is en zo krassen in het oppervlak van de kookplaat zou kunnen maken. Controleer het keukengerei.
-
Zet nooit warme pannen en koekenpannen op het bedieningspaneel van de plaat. Dit zou hierdoor schade kunnen oplopen.
MILIEUTIPS
VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING
VOORDAT U DE KOOKPLAAT IN GEBRUIK NEEMT
BELANGRIJK: als de pannen niet de vereiste afmetingen hebben, zullen de kookzones niet werken. Gebruik alleen pannen met het symbool
“INDUCTION SYSTEM” (afbeelding hiernaast). Voordat u de kookplaat inschakelt, eerst de pan op de gewenste kookzone zetten.
Bij gebruik van geschikte pannen, kunnen de kookzones niet bij een temperatuur lager dan 10 °C worden gebruikt.
REEDS AANWEZIGE PANNEN
NEE
OK
ECODESIGN Directive 2009/125/EC