6. Verwijder de peilstok.
7. Controleer het oliepeil op de peilstok.
8. Als het oliepeil laag is, vult u bij met motorolie en
controleert u het oliepeil opnieuw. Het oliepeil is
correct wanneer het tot de bovenste markering op de
peilstok staat.
Motorolie verversen
WAARSCHUWING:
Motorolie is nog erg
heet direct nadat de motor is uitgezet. Laat
de motor afkoelen voordat u de motorolie
aftapt. Als u motorolie morst op uw huid,
was die dan af met water en zeep.
1. Gebruik het product totdat de brandstoftank leeg is.
2. Verwijder de ontstekingskabel van de bougie.
3. Verwijder de olietankdop.
4. Plaats een opvangbak onder het product om de
motorolie in op te vangen.
5. Kantel het product om de motorolie uit de olietank af
te tappen.
6. Vul bij met nieuwe motorolie van het type dat wordt
Technische gegevens op pagina 191
.
7. Controleer het oliepeil. Zie
pagina 189
.
Het luchtfilter reinigen
OPGELET:
Laat de motor niet draaien
zonder dat er een luchtfilter is gemonteerd
of wanneer het luchtfilter vervuild is.
OPGELET:
Vervang het luchtfilter als het
niet volledig kan worden gereinigd of als het
is beschadigd. Een defect luchtfilter
veroorzaakt schade aan de motor.
1. Druk op de vergrendelingslippen (A), verwijder het
luchtfilterdeksel (B) en verwijder het luchtfilter (C).
(Fig. 40 )
2. Klop het luchtfilter tegen een hard oppervlak of blaas
perslucht door het luchtfilter vanaf de schone zijde
van het luchtfilter.
OPGELET:
Gebruik geen borstel om vuil
te verwijderen, omdat dit het vuil in het
luchtfilter duwt.
3. Reinig de luchtfilterhouder (D) en het
luchtfilterdeksel met een vochtige doek.
OPGELET:
Zorg ervoor dat er geen vuil
in het luchtkanaal (E) terechtkomt.
4. Breng het luchtfilter aan. Controleer of het luchtfilter
de luchtfilterhouder volledig afsluit.
5. Breng het luchtfilterdeksel aan, begin met de lippen
aan de onderkant.
Bougie controleren
OPGELET:
Gebruik altijd het juiste
bougietype. Een verkeerd type bougie kan
schade aan het product veroorzaken.
• Controleer de bougie als de motor weinig vermogen
heeft, niet gemakkelijk te starten is of stationair niet
goed draait.
• Volg deze instructies om het risico van ongewenst
materiaal op de elektroden van de bougie te
beperken:
a) Zorg ervoor dat het stationair toerental altijd juist
is afgesteld.
b) Zorg dat het brandstofmengsel correct is.
c) Zorg dat het luchtfilter schoon is.
• Maak de bougie schoon als deze vuil is en
controleer of de afstand tussen de elektroden correct
is, zie
Technische gegevens op pagina 191
.(Fig. 41 )
• Vervang de bougie indien nodig.
Brandstofsysteem controleren
• Controleer de brandstoftankdop en de afdichting van
de brandstoftankdop om te zien of er geen schade
is.
• Controleer de brandstofslang om te controleren of er
geen lekken zijn. Als de brandstofslang beschadigd
is, laat deze dan door een servicemonteur
vervangen.
Koppelingskabel afstellen
Als de aandrijving traag lijkt, moet de koppelingskabel
worden afgesteld.
• Draai de stelschroef.(Fig. 42 )
De koppelingskabel is correct afgesteld wanneer de
koppelingskabelsteun is uitgelijnd met de moer.
(Fig. 43 )
Vervoer, opslag en verwerking
Transport en opslag
• Controleer voor opslag en vervoer van het product
en de brandstof of er geen lekken of dampen zijn.
Vonken of open vuur, bijvoorbeeld van elektrische
apparaten of ketels, kunnen tot brand leiden.
190
741 - 002 - 11.10.2018
Summary of Contents for LB448S
Page 3: ...13 14 15 16 17 18 19 20 ...
Page 4: ...21 22 23 24 25 26 27 28 ...
Page 5: ...29 30 31 32 33 34 35 36 ...
Page 6: ...37 38 39 B C D E A 40 41 42 43 ...
Page 322: ...322 741 002 11 10 2018 ...
Page 323: ...741 002 11 10 2018 323 ...