BRANDSTOFHANTERING
106 – Dutch
Tanken
Start de machine nooit:
•
Indien u brandstof of motorolie op de machine hebt
gemorst. Droog alles af en laat de benzineresten
verdampen.
•
Als u brandstof op uzelf of op uw kleding gemorst
heeft, trek schone kleding aan. Was de lichaamsdelen
die in contact zijn geweest met brandstof. Gebruik
water en zeep.
•
Als de machine brandstof lekt. Controleer de tankdop
en de brandstofleidingen regelmatig op lekkage.
•
Tenzij de brandstofdop goed is vastgedraaid na het
bijvullen.
Transport en opbergen
•
Bewaar en vervoer de machine en brandstof zo, dat
eventuele lekkage en dampen niet in contact kunnen
komen met vonken of open vuur, bijvoorbeeld van
elektrische machines, elektrische motoren,
stopcontacten/schakelaars, verwarmingsketels e.d.
•
Bij opslag en vervoer van brandstof moeten altijd
speciaal voor dat doel bestemde en goedgekeurde
tanks worden gebruikt.
Opslag voor lange tijd
•
Als de machine gedurende lange tijd niet gebruikt zal
worden, moet de brandstoftank leeggemaakt worden.
Vraag bij uw tankstation of bij de gemeente waar u de
afgetapte brandstof kwijt kan.
OilGuard (K760 OilGuard)
•
Machines uitgerust met OilGuard, hebben een
geïntegreerd systeem om een verkeerd
brandstofmengsel te ontdekken.
•
Nadat de machine is gestart, registreert een detector
de brandstofkwaliteit, wat ca. 10 seconden duurt. Als
de juiste hoeveelheid Husqvarna OilGuard-olie is
gebruikt, zal de machine op normale toeren kunnen
lopen. Indien een verkeerde soort of verkeerde
hoeveelheid olie wordt gebruikt, registreert de
machine dat en, om schade aan de motor te
voorkomen, wordt het toerental van de motor beperkt
tot 3800 t/min.
•
Om de machine weer op normale toeren te kunnen
laten lopen, moet het verkeerde brandstofmengsel
worden afgetapt en moet de machine vervolgens
worden getankt met een brandstofmengsel dat een
correct aandeel (2 %) Husqvarna OilGuard-olie bevat.
!
WAARSCHUWING! Stop de motor en laat
hem voor het tanken enkele minuten
afkoelen. Zorg dat de motor is
uitgeschakeld en dat de stopschakelaar
in de STOP-stand staat.
Open de dop van de tank voorzichtig
wanneer u wilt tanken zodat eventuele
overdruk langzaam verdwijnt.
Maak de omgeving rond de tankdop
schoon.
Draai de dop van de tank goed vast na
het tanken.
Als de dop niet goed is vastgedraaid, kan
de dop lostrillen, waardoor er brandstof
uit de brandstoftank kan ontsnappen en
brandgevaar ontstaat.
Verplaats de machine ten minste 3 m van
de tankplaats voor u de motor start.