5
HET ONDERHOUD
Sluit altijd eerst de stroom af voordat u overgaat tot
reinigen of onderhoud.
Voor lange duurzaamheid van uw fornuis is het belangrijk
dat dit regelmatig wordt schoongemaakt. Onthoud het
volgende:
•
De zelfreinigende panelen (indien aanwezig) en de
geëmailleerde delen worden met lauw water gewassen
zonder schuurmiddelen of bijtende middelen te
gebruiken;
•
de binnenkant van de oven wordt, liefst na gebruik,
gereinigd als hij nog lauw is. Gebruik een warm sop en
spoel en droog daarna nauwkeurig;
•
roestvrije staal, als het lang in contact is met
kalkhoudend water of sterke wasmiddelen
(fosforhoudend), kan vlekken vertonen. Spoel met ruim
water en droog na het reinigen. Verwijder altijd gemorst
water;
•
bekleed de bodem van de oven nooit met aluminiumfolie,
aangezien de hitte-accumulatie die hier het gevolg van
is het koken in de war kan brengen en ook het email
kan beschadigen.
Het vervangen van het ovenlampje
•
Sluit de stroom af met de schakelaar die de oven aan
het net verbindt, of door de stekker uit het stopcontact
te halen, indien deze bereikbaar is;
•
Schroef het glazen kapje los;
•
Schroef het lampje los en vervang het met een nieuw
lampje dat hittebestendig (300°C) is met de volgende
kenmerken:
- Spanning 230/240V
- Vermogen 15W
- Fitting E14
•
Monteer het glazen kapje en sluit de stroom weer aan.
Het demonteren/monteren van de ovendeur
Teneinde het schoonmaken van de binnenkant van de oven
te vergemakkelijken kunt u de ovendeur verwijderen door
als volgt te werk te gaan (afb.3-4):
• Open de deur en zet de twee hendeltjes “B” omhoog (afb.1);
• Sluit de deur gedeeltelijk; u kunt de deur nu oplichten door
de sluitveren “A” uit te trekken zoals aangegeven in
afbeelding 2.
Het weer monteren van de deur:
• Met de deur in vertikale positie steekt u de 2 sluitveren
“A” in de openingen;
• Let erop dat het punt “D” perfect wordt aangehaakt aan de
rand van de opening (beweeg de deur voorzichtig naar
voren en naar achteren );
• Houd de deur geheel open, zet de 2 hendeltjes “B” omlaag
en sluit de deur.
Fig 3
Fig 4