31
Nederlands
6. Afstelling van het aantrekkoppel
(1) Aantrekkoppel
Instelling van het aantrekkoppel van de boor dient
te gebeuren op basis van de schroefdiameter. Wan
neer teveel kracht bij het aandraaien gebruikt wordt,
zal de schroef beschadigd en misschien onbruikbaar
worden. Plaats de boorkap in een stand die
overeenkomt met het soort schroef in gebruik.
(2) Aanduiding van het aantrekkoppel (Zie
Afb. 8
)
Het aantrekkoppel verschilt afhankelijk van het type
schroef en het soort materiaal dat wordt vastgezet.
De machine geeft het aantrekkoppel aan met de
nummers “1, 2, 3 ... 8” op de kap. Het aantrekkoppel
bij stand “1” is het kleinst en het koppel is groter
naarmate het nummer oploopt.
(3) Afstellen van het aantrekkoppel (zie
Afb. 8
)
Draai de kap rond en plaats de nummers “1, 2, 3
... 8” op de kap tegenover het driehoekje op de
machine. Draai de kap in de richting van een zwakker
of sterker aantrekkoppel overeenkomstig het koppel
dat u nodig heeft.
VOORZICHTIG
䡬
Het kan voorkomen dat de motor stopt wanneer het
apparaat als een dril gebruikt wordt.
Zorg ervoor dat de boor schroef-machine niet vast
loopt tijdens gubruik.
䡬
Als u de toerenschakelaar op “HIGH” (hoog
toerental) zet, terwijl de kap op “6” of “8” staat,
kan het gebeuren dat de koppeling doorslipt en dat
de motor vast komt te staan. Zet in dat geval de
toerenschakelaar op “LOW” (laag toerental).
䡬
Schakel de netspanning onmiddelijk uit wanneer de
motor vast loopt. Dit om te voorkomen dat de
motor of accu beschadigd wordt.
䡬
Wanneer te lang gedraaid wordt kan de schroef
breken.
䡬
Een gezoem wordt gehoord als de motor begint te
draaien; dit is alleen geluid en duidt geen defekt
aan.
7. Manieren en suggesties voor gebruik
De volgende tabel geeft aanwijzingen voor gebruik
onder verschillende omstandigheden en manieren
waarop het apparaat gebruikt kan worden.
䡬
De boor gaat draaien wanneer aan de trekker
getrokken wordt. Wanneer de trekker wordt
losgelaten stopt de boor.
䡬
De draaisnelheid van de boor kunt u regelen door
in meer of mindere mate aan de trekschakelaar te
trekken. Wanneer u licht aan de trekschakelaar trekt,
is de snelheid laag en bij harder trekken wordt de
snelheid verhoogd.
䡬
Als u de schakelaar loslaat, wordt de ingebouwde
rem in werking gesteld zodat het apparaat onmiddel
lijk stopt met draaien.
4. Veranderen van de draaisnelheid
Gebruik de toerenschakelaar om de draaisnelheid
te veranderen. Druk op de vergrendeltoets en schuif
de toerenschakelaar in de richting van de pijl (Zie
Afb. 6
en
7
). Door de toerenschakelaar op ,,LOW’’
te zetten, draait de boor met lage snelheid. Wanneer
de toets ,,HIGH’’ gezet wordt, draait de boor op
hoge snelheid.
VOORZICHTIG
Wanneer de draaisnelheid met de toerenschakelaar
veranderd wordt, dient de schakelaar uitgezet te
worden, en de keuzeschakelaar dient op ,,O’’ (OFF)
gezet te worden.
De motor wordt beschadigd wanneer de draais
nelheid veranderd wordt tijdens het draaien van de
motor.
5. Kontroleer de stand van de boorkap (Zie Afb. 8)
Het aantrekkoppel wordt aan de hand van de boor
kap ingesteld.
(1) Bij gebruik van deze machine als schroevedraaier
plaatst u een van de nummers “1, 2, 3, ... 8” op
de kap, tegenover het driehoekje op de machine.
(2) Bij gebruik van deze machine als boor plaatst u de
boor-markering “
“ op de kap tegenover het
driehoekje op de machine.
LET OP
Breng de nummers “1,2,3 ... 8” op de kap en
boormarkering “
” in lijn met de driehoek op het
gereedschap. De kap kan niet worden vergrendeld
wanneer de nummers niet juist in lijn zijn gebracht
of een instelling tussen de nummers en
boormarkering is gekozen.
Tabel 4
Werk
Bruikbaar bereik
Suggesties
Hout: 27 mm
Boren
Staal: 13 mm
Gebruikt voor boren
Aluminium: 13 mm
Kolomschroef: 6 mm
Drijven
Moer: 6 mm
Houtschroef:
Gebruik na het voorboren van gat
8 mm (diameter)
×
50 mm (lengte)
Gebruik het boostuk of sleutel dat met de
diameter van de schroef overeenkomt.