_______________________________________NL_______ ___________________40
13.
Ga voorzichtig om met het apparaat
en gebruik beschermende
hulpmiddelen.
Beschadiging van het apparaat zelf
of nabijgelegen objecten
veroorzaakt door vallende
spaanders, slaan en snijden of
kneuzing
.
4.
Organiseer alle materialen en
apparatuur op een manier die een
gemakkelijke en veilige bediening
verzekeren, vermijd het
opeenstapelen van materialen die
om kunnen vallen.
Beschadiging van het apparaat zelf
of nabijgelegen objecten
veroorzaakt door het schudden,
slaan, snijden of kneuzing
.
15.
Stel alle veiligheids-en controle
functies die betrokken zijn bij de
werkzaamheden uitgevoerd op het
apparaat in op standaard en zorg
ervoor dat deze goed functioneren
voordat u het apparaat opnieuw
opstart.
Schade of uitschakeling van het
apparaat vanwege een
ongereguleerde actie.
8.
INBEDRIJFSTELLING
WAARSCHUWING!
Volg de algemene waarschuwingen en veiligheidsvoorschriften die in het vorige
hoofdstuk werden genoemd op en volg ze strikt op.
8.1 Manieren om luchtleidingen aan te sluiten
Afbeelding 8.1.-1.
Luchtuitlaat
Luchtinlaat