Ne
de
rla
n
d
s (NL)
107
7.5.2 Trillingsdempers
Om trillingen door het gebouw te voorkomen wordt
aanbevolen om trillingsdempers onder de pompfun-
datie te plaatsen. Om de juiste trillingsdempers te
selecteren zijn de volgende punten nodig:
•
Krachten overgebracht op de demper.
•
Motorsnelheid. In het geval van toerenregeling,
moet dit ook worden meegenomen.
•
Benodigde demping in %
(aanbevolen waarde 70 %).
De selectie van de trillingsdempers verschilt van
installatie tot installatie. Een verkeerde demper kan
in sommige gevallen een hoger trillingsniveau ver-
oorzaken. Trillingsdempers zouden daarom moeten
worden geselecteerd door de leverancier.
Als een pomp is gemonteerd op een fundatie met tril-
lingsdemping, dan moeten compensatoren aan
beide zijde van de pomp worden gemonteerd. Dit is
belangrijk om er zeker van te zijn dat de pomp niet
aan de flenzen "hangt".
8. Elektrische aansluitingen
De pomp dient door een gekwalificeerde elektriciën
volgens de in Nederland/België geldende regels te
worden aangesloten.
De bedrijfsspanning en frequentie staan vermeld op
het typeplaatje. Controleer of de motor geschikt is
voor de te gebruiken voeding. De motor dient op een
motorbeveiliging te worden aangesloten.
Motoren vanaf 3 kW hebben ingebouwde thermistors
(PTC). De thermistors zijn ontworpen volgen
DIN 44082. De motor starter en thermistors moeten
in serie worden aangesloten. De motor zal niet star-
ten totdat de motor is afgekoeld tot een normale tem-
peratuur.
De klemmenkast kan worden gezet (in stappen van
30 of 45 °, afhankelijk van de grootte van de pomp).
Verwijder de bouten waarmee de motor aan de pomp
is bevestigd. Plaats de motor in de vereiste positie.
Monteer de bouten en draai deze vast.
De elektrische aansluiting dient te worden uitge-
voerd overeenkomstig het schema aan de binnen-
zijde van het deksel van de klemmenkast.
8.1 Gebruik van een frequentie-omvormer
Grundfos-motoren:
Alle driefasen Grundfos motoren vanaf frame maat
90 kunnen worden aangesteld worden op een fre-
quentie omvormer.
Het aansluiten van een frequentie omvormer heeft
vaak het effect dat het motor isolatie systeem zwaar-
der wordt belasten dat de motor lawaaieriger is tij-
dens normaal bedrijf. Verder komen bij grotere moto-
ren de lagers onder stroom te staan door de
frequentie omvormer.
In het geval van een bedrijf met frequentie omvormer
moet het volgende in acht worden genomen:
•
Bij 2- en 4-polige motoren vanaf 110 kW en
6-polige motoren vanaf 75 kW, moet een van de
motorlagers elektrisch geïsoleerd worden, om zo
beschadiging te voorkomen, doordat stroom door
de motor lagers loopt.
•
Bij toepassing in geluidskritische toepassingen,
kan het motor geluid verminderd worden door het
toepassen van een dU/dt filter tussen de motor
en frequentie omvormer. In specifieke geluidskri-
tische toepassingen, is het verstandig een sinus-
lijnvormig filter te plaatsen.
•
De lengte van de kabel tussen motor en frequen-
tie omvormer bepaald de motor belasting.
Er moet daarom gecontroleerd worden of de
lengte van de motorkabel aan de specificaties
voldoet van de frequentie omvormer leverancier.
•
Voor voedingsspanningen tussen de 500 en
690 V, moet de motor of uitgerust zijn met een
dU/dt filter om spanningspieken te voorkomen of
de motor moet een verbeterde isolatie hebben.
•
Voor voedingsspanningen van 690 V, moet de
motor zowel met verbeterde isolatie als ook met
dU/dt filter worden uitgerust.
Motoren van andere makelij dan Grundfos:
Neem contact op met Grundfos of met de motorfabri-
kant.
Waarschuwing
Alvorens het deksel van de klemmen-
kast te verwijderen of de pomp te ver-
wijderen/ te ontmantelen, dient u er
zeker van te zijn dat de voedingsspan-
ning naar de pomp is afgeschakeld.
De pomp moet op een op een externe
werkschakelaar worden aangesloten.
Voorzichtig
Start de pomp niet zolang deze nog niet
met vloeistof is gevuld en nog niet is
ontlucht.
Summary of Contents for TP Series
Page 1: ...GRUNDFOS INSTRUCTIONS TP Installation and operating instructions ...
Page 2: ...2 ...
Page 207: ...207 ...
Page 208: ...208 ...
Page 209: ...209 ...