Ne
de
rla
n
d
s
(NL)
90
9. Opsporen van storingen
Waarschuwing
Voordat u begint met werkzaamheden aan
de pomp, zorg er dan voor dat de RMQ op
"Only" is ingesteld. Schakel daarna de
voedingspanning uit. Zorg ervoor dat de
voedingspanning niet per ongeluk kan
worden ingeschakeld.
Storing
Oorzaak
Oplossing
1.
Akoestische sto-
ringsmelding, en de
signaallampjes
"Emergency over-
flow" en "Only" knip-
peren.
a)
De vlotterklep lekt als
gevolg van verontreinigin-
gen.
Controleer of het filter aan de inlaatzijde van
de vlotterklep correct gemonteerd is.
Reinig het filter. Zie paragraaf
.
Open een gebruikspunt, bijv. een toilet of
kraan, en laat de pomp ongeveer 1 minuut
lopen om te proberen de verontreinigingen van
de klep weg te spoelen. Stel het toestel dan in
op de gewenste bedrijfsmodus.
b)
De vlotterschakelaar kan
niet vrij bewegen in de
waterleidingtank.
Zorg dat de vlotterschakelaar vrij op en neer
kan bewegen in de tank.
2.
Akoestische sto-
ringsmelding, en de
signaallampjes "10
%" en "Only" knippe-
ren.
a)
Eén van de twee draden
tussen het toestel en de
niveausensor in de opvang-
tank is defect (kabelbreuk)
of is niet goed aangesloten
op het klemmenblok van
het toestel.
Controleer niveausensor, kabel en klemmen-
blok. Sluit de draden opnieuw aan, of vervang
de sensor.
3.
Akoestische sto-
ringsmelding, en de
signaallampjes "20
%" en "Only" knippe-
ren.
a)
De sensorkabel heeft kort-
sluiting.
Controleer of de twee gestripte draden elkaar
raken.
b)
Water is in de niveausensor
binnengedrongen.
Vervang de niveausensor en de sensorkabel.
4.
De signaallampjes
"Alarm" en "Auto"
branden permanent.
a)
De pomp is drooggelopen
(geen regenwater).
Controleer het waterniveau in de opvangtank
en de aanbrenging van de niveausensor. Het
zuigfilter moet minimaal een waterdiepte
bereiken die overeenkomt met 30 cm water
boven de niveausensor.
5.
De signaallampjes
"Alarm" en "Only"
branden permanent.
a)
De vlotterklep is geblok-
keerd door verontreinigin-
gen.
Controleer of het filter aan de inlaatzijde van
de vlotterklep correct gemonteerd is.
Reinig het filter. Zie hoofdstuk
.
Open een gebruikspunt, bijv. een toilet of
kraan, en laat de pomp ongeveer 1 minuut
lopen om te proberen de verontreinigingen van
de klep weg te spoelen. Stel het toestel dan in
op de gewenste bedrijfsmodus.
b)
De vlotterschakelaar kan
niet vrij bewegen in de
waterleidingtank.
Zorg dat de vlotterschakelaar vrij op en neer
kan bewegen in de tank.
6.
Akoestische sto-
ringsmelding en de
signaallampjes
"Backflow" en "Only"
knipperen.
a)
Alleen mogelijk als bewa-
kingsapparatuur voor terug-
stroming (toebehoren) is
geïnstalleerd.
Terugstroming vanuit het
rioolstelsel naar de opvang-
tank (bijv. ondergrondse
tank).
Pomp het rioolwater eruit en reinig de tank.
Bepaal de oorzaak van de terugstroming.
Als de terugstroming veroorzaakt is door ver-
stoppingen in het rioolstelsel, dan moeten
deze verholpen worden voordat het systeem
opnieuw ingeschakeld kan worden.
Summary of Contents for rmq-a
Page 1: ...RMQ A Installation and operating instructions GRUNDFOS INSTRUCTIONS ...
Page 2: ...2 ...
Page 116: ...116 ...
Page 117: ...117 ...