Grundfos EPC 300, Installation And Operating Instructions Manual

Page: 116 / 180

Nederlands (
N
L)
116
5. Functies
5.1 Bedrijfsfuncties
Automatisch bedrijf
Wanneer de pompset in automatische modus staat ingesteld,
brandt alleen het groene "Voedingspanning" signaallampje.
Alle andere alarm- en statussignaallampjes dienen uit te zijn.
Zo gauw als de sprinklerinstallatie geactiveerd is en water wordt
verbruikt, neemt de druk in de persleiding af. Als de druk daalt tot
onder de inschakeldruk, die is ingesteld op de drukschakelaar,
dan schakelt de pomp automatisch in. Het "Pomp draait" signaal-
lampje gaat branden, en uitgangsrelais AR3 wordt geactiveerd.
Bovendien gaat het "Startcommando" signaallampje branden, en
uitgangsrelais AR2 wordt geactiveerd.
Als de pompset niet kan inschakelen vanwege een storing, dan
gaat het gele "Inschakelen mislukt" signaallampje branden en
wordt digitale uitgang AR5 geactiveerd. De alarmmelding wordt
automatisch gereset wanneer de storing is verdwenen.
Het is alleen mogelijk om de pomp handmatig uit te schakelen
door de keuzeschakelaar op "Test" te zetten en op [Stop] te
drukken.
Voor de veiligheid dient altijd een extra drukschakelaar te worden
aangesloten naast de primaire drukschakelaar.
Zie ook paragraaf
12.1 Automatisch bedrijf .
Handbediening
Tijdens het opstarten en voor testdoeleinden kan de pomp hand-
matig worden ingeschakeld door de keuzeschakelaar naar "Test"
te draaien en op [Start] te drukken. Wanneer op [Start] wordt
gedrukt wordt het inschakelrelais geactiveerd door de drukscha-
kelaar in de persleiding te omzeilen. Het rode "Pomp draait" sig-
naallampje gaat branden, en uitgangsrelais AR3 wordt geacti-
veerd. In handbediening gaat het "Startcommando" signaallampje
niet branden en uitgangsrelais AR2 wordt gedeactiveerd.
U kunt de pomp alleen handmatig uitschakelen door op [Stop] te
drukken.
Om terug te gaan naar de automatische modus moet de keuze-
schakelaar terug worden gedraaid naar "Auto".
Zie ook paragraaf
12.2 Handbediening .
Test van de drukschakelaar
De werking van de drukschakelaar kan worden getest met [P1] en
[P2]. Zet de keuzeschakelaar hiertoe op "Test". Tijdens de test-
procedure gaat het overeenkomstige signaallampje naast de
betreffende knop branden. Zie ook paragraaf
12.3 Testrun .
Test van de signaallampjes
Het is mogelijk om een test van de signaallampjes uit te voeren.
Druk op
om de werking van de signaallampjes op het bedie-
ningspaneel te testen. Zie ook paragraaf 14. Onderhoud .
5.2 Bewaken van functies
Voedingspanning van de schakelkast
De aansluiting van de schakelkast op het net wordt bewaakt om
vast te stellen of de fasevolgorde correct is. Als dit zo is, dan
brandt het "Voedingspanning" signaallampje en wordt het uit-
gangsrelais AR1 geactiveerd.
Startcommando van de pomp
Als er in automatische modus een startcommando komt van een
drukschakelaar (DI1 of DI2 open) of de niveauschakelaar in de
aanzuigtank (DI3 gesloten), dan gaat het "Startcommando" sig-
naallampje branden en wordt het uitgangsrelais AR2 geactiveerd.
In handbediening gaat het "Startcommando" signaallampje niet
branden, en uitgangsrelais AR2 blijft gedeactiveerd.
Pompbedrijf
Het is mogelijk om te controleren of de pomp draait via een extra
drukschakelaar die in de persleiding wordt ingebouwd. Als het
inschakelrelais voor de motor is geactiveerd en het contact in de
digitale ingang DI4 is gesloten, dan gaat het "Pomp draait" sig-
naallampje branden en wordt het uitgangsrelais AR3 geactiveerd.
Als er geen signaal is van de drukschakelaar naar digitale ingang
DI4 aan de perszijde, hoewel het inschakelrelais geactiveerd is
door de motor, dan gaat het "Inschakelen mislukt" signaallampje
branden en wordt het uitgangsrelais AR5 geactiveerd.
Voedingspanning naar de motor
De voedingspanning naar de motor wordt bewaakt met een fase-
bewakingsrelais. Als er een storing in de spanning optreedt aan
de motorklemmen wanneer het inschakelrelais wordt geactiveerd,
dan gaat het "Stroomstoring" signaallampje branden en wordt het
uitgangsrelais AR4 geactiveerd.
6. Productidentificatie
6.1 Typeplaatje
De schakelkast kan worden geïdentificeerd door middel van het
typeplaatje. Het typeplaatje van de schakelkast bevindt zich aan
de buitenkant rechts en aan de binnenkant op de deur van de
kast.
Afb. 3 Typeplaatje
N.B.
Automatisch bedrijf is de normale bedrijfsmodus.
Voor deze modus moet de keuzeschakelaar op
"Auto" worden ingesteld.
TM
05
07
58
15
10
Pos. Omschrijving
1 CE-keurmerk
2 Fabrikant
3 Productiedatum
4 Productnummer
5 Serienummer
6 Typeaanduiding
7 Nominale spanning
8 Nominale frequentie
9 Max. stroom
10 Nominale kortsluitstroom
11 Beschermingsklasse