46
5. Service
Alvorens de pomp aan GRUNDFOS te retourneren
voor service, dient de veiligheidsverklaring te wor-
den ingevuld door bevoegd personeel en op een
zichtbare plaats aan de pomp te worden gehecht.
N.B.:
Indien een pomp is gebruikt voor een vloeistof
die schadelijk voor de gezondheid of giftig is, wordt
deze pomp als verontreinigd beschouwd.
Indien GRUNDFOS verzocht wordt een pomp in ser-
vice te nemen, dient verzekerd te worden dat de
pomp vrij is van schadelijke of giftige stoffen. Indien
de pomp voor dergelijke substanties gebruikt is,
dient de pomp eerst te worden gereinigd alvorens
deze te retourneren.
Indien een grondige reiniging niet mogelijk is, dient
alle relevante informatie over het verpompte medium
te worden verstrekt.
Indien het bovenstaande niet is uitgevoerd, kan
GRUNDFOS weigeren de pomp in service te nemen.
Eventuele kosten voor het retourneren of reinigen
van de pomp zijn voor rekening van de klant.
De veiligheidsverklaring kan aan het eind van deze
instructie worden gevonden.
N.B.:
De vervanging van de voedingskabel mag
alleen worden gedaan door een erkende GRUND-
FOS werkplaats.
6. Storingstabel
7. Afvalverwerking
Het afvoeren van dit product of onderdelen ervan
dient te geschieden overeenkomstig de volgende
richtlijnen:
1. Maak gebruik van de plaatselijke publieke of pri-
vate afvalverwerkingsdienst.
2. Indien een dergelijke afvalverwerkingsdienst niet
bestaat of de in het product gebruikte materialen
niet kan verwerken, lever dan het product of de
schadelijke materialen in bij de dichtstbijzijnde
GRUNDFOS onderneming of service werkplaats.
Storing
Oorzaak
Remedie
De dosering is gestopt
of de opbrengst is te
laag.
Kleppen lekken of zijn verstopt.
Controleer en reinig de kleppen.
Kleppen niet juist gemonteerd.
Verwijder en herplaats de kleppen. Controleer
of de richting van de pijl op het klephuis over-
eenkomstig de stroomrichting is. Controleer of
alle O-ringen correct zijn geplaatst.
Zuigklep of zuigleiding lek of
geblokkeerd.
Maak de zuigleiding schoon en controleer de
afdichting.
Aanzuighoogte te hoog.
Plaats de pomp op een lagere positie.
Plaats een aanzuigtank.
Te hoge viscositeit.
Monteer een leiding/slang met een grotere
diameter.
Monteer veerbelaste kleppen.
Pomp doseert onregel-
matig.
Kleppen lekken of zijn verstopt.
Controleer en reinig de kleppen.
Lekkage bij aftapgat.
Defect membraan.
Monteer een nieuw membraan.
Regelmatig mem-
braanstoringen.
Membraan niet goed gemonteerd.
Monteer een nieuw membraan en overtuig u
ervan dat het membraan goed gemonteerd is.
Tegendruk te hoog (gemeten aan
de pers van de pomp).
Controleer het systeem. Controleer de injec-
tieklep, indien nodig. Verlaag de pulsaties in
zuig en persleiding door het plaatsen van een
pulsatiedemper.
Afzettingen in de pompkop.
Reinig/spoel de pompkop.
Wijzigingen voorbehouden.