Ne
de
rla
n
ds (NL)
505
5.24 Doseerbewaking
Op de pomp kan een doseerbewaking worden aangesloten (zie hiervoor het aansluit schema in afb.
).
Afb. 25
De pomp kan worden uitgerust met een doseerbewa-
king, die foutieve doseerslagen detecteert.
De doseerbewaking is ontwikkeld voor het monitoren
van vloeistoffen die gasvorming in de doseerkop
kunnen veroorzaken, hierdoor wordt er niet gedo-
seerd terwijl de pomp wel blijft draaien.
Tijdens het doseerproces geeft de doseerbewaking
pulssignalen naar de ingang op de pomp zodat de
pomp de gemaakte doseerslagen (van de interne
slag sensor) kan vergelijken met de extern gemeten
fysieke slagen (van de doseerbewaking). Als er na
een interne doseerslag geen externe doseerslag
gemeten wordt, wordt dit beschouwd als een storing
die kan zijn veroorzaakt door een lege tank of door
gas in de doseerkop.
De doseerbewaking dient aangesloten te worden op
de daarvoor bestemde ingang. Deze ingang dient
geconfigureerd te worden voor de doseerbewaking.
Wanneer de ingang geschikt gemaakt is voor de
doseerbewaking en deze is aangesloten en inge-
steld, zal de doseerbewakingsfunctie geactiveerd
worden.
2 x
3 x