Nederla
n
ds (NL)
247
2. Veiligheid
Deze handleiding bevat algemene instructies welke moeten wor-
den aangehouden tijdens installatie, bediening en onderhoud van
de pomp. Deze handleiding moet daarom worden gelezen door
de installatie-engineer en de relevante gekwalificeerde perso-
neelsleden/operators voorafgaande aan de installatie en het
opstarten en moet altijd beschikbaar zijn op de installatielocatie
van de pomp.
Niet alleen de algemene veiligheidsinstructies in deze
"Veiligheids" paragraaf moeten worden aangehouden, maar ook
de specifieke veiligheidsinstructies die worden vermeld in andere
paragrafen.
2.1 Identificatie van de veiligheidsinstructies in deze
handleiding
Wanneer de veiligheidsinstructies of andere adviezen uit deze
handleiding niet worden aangehouden, kan dit leiden tot persoon-
lijk letsel en schade aan de pomp. De veiligheidsinstructies en
andere adviezen worden aangegeven met de volgende symbo-
len:
Informatie direct op de pomp, bijvoorbeeld labels op vloeistof-
aansluitingen, moet worden aangehouden en moet altijd in een
leesbare toestand worden gehouden.
2.2 Kwalificatie en training van het personeel
Het personeel dat verantwoordelijk is voor de bediening, onder-
houd, inspectie en installatie moet afdoende zijn gekwalificeerd
voor deze taken. De verantwoordelijkheden, bevoegdheden en
toezicht op het personeel moet nauwkeurig worden gedefinieerd
door de afnemer.
Wanneer het personeel niet beschikt over voldoende kennis, dan
moet de noodzakelijke training en instructie worden verzorgd.
Indien nodig kan op verzoek, van de operator van de pomp, een
training worden verzorgd door de producent/ leverancier. Het is
de verantwoordelijkheid van de afnemer te waarborgen dat de
inhoud van deze handleiding wordt begrepen door het personeel.
2.3 Risico's wanneer de veiligheidsinstructies niet
worden aangehouden
Het niet aanhouden van de veiligheidsinstructies kan gevaarlijke
consequenties hebben voor het personeel, het milieu en de
pomp. Wanneer de veiligheidsinstructies niet worden aangehou-
den, kunnen alle rechten op schadeclaims verloren gaan.
Het niet aanhouden van de veiligheidsinstructies kan leiden tot de
volgende gevaren:
• storing van belangrijke functies van de pomp / het systeem
• falen van gespecificeerde onderhoudsmethoden
• persoonlijk letsel als gevolg van elektrische-, mechanische- en
chemische invloeden
• schade aan het milieu als gevolg van lekkage van schadelijke
stoffen.
2.4 Veiligheidsbewust werken
De veiligheidsinstructies in deze handleiding, geldende
ARBO-regelgeving en eventuele interne werk-, bedienings- en
veiligheidsvoorschriften moeten worden aangehouden.
2.5 Veiligheidsinstructies voor de afnemer/gebruiker
Gevaarlijke hete of koude delen van de pomp moeten worden
afgeschermd om abusievelijk contact te voorkomen.
Lekkages van gevaarlijke stoffen (bijv. hete of toxische stoffen)
moeten zodanig worden afgevoerd dat deze niet schadelijk zijn
voor het personeel of het milieu. Wettelijke regelgeving moet
worden aangehouden.
Schade veroorzaakt door elektrische energie moet worden voor-
komen (zie voor meer informatie bijvoorbeeld de regels van de
VDE en het lokale elektriciteitsbedrijf).
2.6 Veiligheidsinstructies voor onderhoud, inspectie
en installatiewerk
De afnemer moet waarborgen dat alle onderhoud-, inspectie- en
installatiewerk is uitgevoerd door geautoriseerd en gekwalificeerd
personeel, dat adequaat is getraind door het lezen van deze
handleiding.
Alle werkzaamheden aan de pomp mogen alleen worden uitge-
voerd wanneer de pomp stilstaat. De procedure die in deze hand-
leiding wordt beschreven voor het stoppen van de pomp moet
worden aangehouden.
Pompen of pomp-units die worden gebruikt voor media die
schadelijk zijn voor de gezondheid moeten worden ontsmet.
Alle veiligheids- en beschermende apparatuur moet direct
opnieuw worden gestart of in bedrijf worden genomen nadat de
werkzaamheden zijn uitgevoerd.
Houd de punten aan die zijn omschreven in de initiële opstart
paragraaf, voorafgaande aan het opstarten dat vervolgens plaats-
vindt.
2.7 Ongeautoriseerde modificatie en productie van
reservedelen
Modificaties of wijzigingen aan de pomp zijn uitsluitend toege-
staan na overeenstemming met de producent. Originele reserve-
delen en accessoires die zijn geautoriseerd door de producent
kunnen veilig worden gebruikt. Gebruik van andere onderdelen
kan leiden tot aansprakelijkheid voor eventuele consequenties.
2.8 Onjuiste bedrijfsmethoden
De operationele veiligheid van de geleverde pomp is alleen
gewaarborgd wanneer deze wordt gebruikt overeenkomstig
paragraaf
. De opgegeven grenswaarden
mogen onder geen enkele voorwaarde worden overschreden.
2.9 De veiligheid van het systeem in geval van een
storing in het doseersysteem
DDI 222 doseerpompen zijn ontworpen volgens de laatste tech-
nologieën en worden zorgvuldig geproduceerd en getest.
Echter, er kan een storing optreden in het doseersysteem.
Systemen waarin doseerpompen zijn geïnstalleerd moeten dus-
danig worden ontworpen, dat de veiligheid van het hele systeem
nog steeds is gewaarborgd na een storing van de doseerpomp.
Voorzie hiervoor in de relevante bewakings- en besturingsfunc-
ties.
Waarschuwing
Als deze veiligheidsvoorschriften niet in acht worden
genomen, kan dit resulteren in persoonlijk letsel!
Voorzichtig
Als deze veiligheidsvoorschriften niet in acht worden
genomen, kan dit resulteren in technische fouten en
schade aan de installatie!
N.B.
Opmerkingen of instructies die het werk eenvoudiger
maken en zorgen voor een veilige werking.
Waarschuwing
Elektrische aansluitingen mogen uitsluitend
worden gemaakt door gekwalificeerd personeel!
Het pomphuis mag uitsluitend worden geopend door
personeel dat is geautoriseerd door
Grundfos!
Summary of Contents for DDI 150-4
Page 2: ...2 ...
Page 630: ...630 ...