NL
12
5
Gebruik van uw koelkast
Knop om thermostaat in te
stellen
De binnentemperatuur van uw koelkast
verandert om de volgende redenen;
• Seizoentemperaturen,
• Frequent openen van de deur of de deur
lang open laten staan,
• Etenswaren die in de koelkast
wordt geplaatst zonder dat deze tot
kamertemperatuur zijn afgekoeld.
• De plaats van de koelkast in de kamer
(bijv. blootgesteld aan zonlicht)
• Met de thermostaat kunt u een als
gevolg van deze redenen variërende
binnentemperatuur aanpassen. De cijfers
rond de thermostaatknop geven de mate
van koeling aan.
• Wanneer de omgevingstemperatuur
hoger is dan 32 °C, draait u de
thermostaatknop in de maximumpositie.
• Wanneer de omgevingstemperatuur lager
is dan 25 °C, draait u de thermostaatknop
naar de minimum positie.
Ontdooien
Koelgedeelte
Het koelkastgedeelte ontdooit volledig
automatisch. Waterdruppels en een ijslaag
van tot 7-8 mm kunnen zich voordoen
op de binnenste achterwand van het
koelkastgedeelte terwijl uw koelkast aan
het koelen is. Zulke ijsvorming is normaal
als een resultaat van het koelsysteem.
De ijsvorming wordt ontdooid via een
automatische ontdooiing met bepaalde
tussentijden dankzij het automatische
ontdooisysteem van de achterwand.
De gebruiker moet de ijsvorming niet
wegschrapen of de waterdruppels niet
verwijderen.
Het water dat afkomstig is van
het ontdooien loopt weg via de
wateropvanggroef en stroomt in de
verdamper via de afvoerleiding en
verdampt daar zelf.
Controleer regelmatig om te zien of de
afvoerleiding niet verstopt is en ontstop
met behulp van een stokje in de opening
indien nodig.
Het diepvriesgedeelte voert geen
automatische ontdooiing uit om het rotten
van voedsel te voorkomen.
Het diepvriesgedeelte ontdooit
automatisch.