65
NL
Draaimand
In de draaimand (
2
) worden de levensmiddelen tijdens het garen gedraaid, zodat ze aan
alle kanten knapperig worden. De draaimand is met name geschikt voor de bereiding
van friet of andere aardappelproducten, stukjes groente en vlees alsook diepgevroren
producten, bijv. kipnuggets of inktvisringen.
De draaimand vullen en in het apparaat plaatsen:
1. De klep van de draaimand openen (zie afbeelding
B
).
2. Vul de draaimand maximaal voor ¾ met levensmiddelen. Hij moet niet te vol zijn,
zodat de levensmiddelen gelijkmatig worden gegaard.
3. De klep sluiten en ervoor zorgen dat hij correct is gesloten, zodat hij niet tijdens het
gebruik wordt geopend.
4. Eerst de linkerkant met de
L
-markering van de draaimand in de gaarruimte (
10
)
plaatsen. Daartoe het linker uiteinde (met slechts één kerf) van de as tot de aanslag
in de ronde houder (
11
) op de linker gaarruimtekant aanbrengen. Daarna het andere
uiteinde (met twee kerven) van de as in de drager aan de rechterkant van de gaar-
ruimte inhangen (zie afbeelding
C
).
5. Controleer of alles goed vastzit. De draaimand mag zich niet om de eigen as laten
draaien, wanneer het apparaat is uitgeschakeld. Mocht dat toch het geval zijn, dan
het linker uiteinde van de as dieper in de houder steken.
Na gebruik de hete draaimand met het verwijdergereedschap uit de gaarruimte nemen
(zie sectie ‘Verwijdergereedschap’). Voor het openen en legen van de draaimand altijd
keukenhandschoenen gebruiken.
Verwijdergereedschap
De hete draaimand of het draaispit wordt met het verwijdergereedschap (
5
) uit de gaar-
uimte genomen.
1. De uiteinden van het verwijdergereedschap onder de as plaatsen (zie afbeelding
D
).
2. Eerst de rechterkant van de as optillen en een stukje naar voren bewegen, tot het
linker uiteinde van de as uit de houder loskomt.
3. De draaimand of het draaispit voorzichtig uit de gaarruimte (
10
) optillen en op een
hittebestendige onderlaag leggen.
Vóór het eerste gebruik
1. De eerste inbedrijfstelling van het apparaat moet plaatsvinden zonder levensmidde-
len, omdat eventuele coatingresten een geur- en rookontwikkeling zouden kunnen
veroorzaken. Laat het apparaat ca. 15 minuten lang zonder inhoud in de hoogste
temperatuurstand opwarmen (zie hoofdstuk ‘Basisgebruik van het apparaat’).
2. Alle toebehoren grondig afspoelen. Volg hiertoe de aanwijzingen op uit het hoofdstuk
‘Reinigen’.