NL
64
Toebehoren
(Afbeeldingen zie voorste uitklappagina)
Vetopvangschaal
De vetopvangschaal (
7
) moet altijd zijn geplaatst zodat omlaag druppelend vet, kruimels
of overige resten van levensmiddelen hierin worden opgevangen. Hij wordt geheel on-
derin de gaarruimte (
10
) of op de onderste rails ingeschoven.
Bakroosters
De bakroosters (
6
) zijn bestemd voor het drogen. Ze kunnen echter ook worden gebruikt
voor het opbakken, opwarmen etc.
De bakroosters worden op de rails (
12
) in de gaarruimte (
10
) geschoven. Het verwar-
mingselement (
8
) bevindt zich boven in de gaarruimte, d.w.z. hoe hoger een bakrooster
wordt geplaatst, des te intensiever is de hitte van boven.
In het bovenste gedeelte worden de levensmiddelen sneller en knapperiger gegaard.
Voor een gelijkmatige verwarming van alle kanten moet de middelste positie worden
gekozen. De onderste rails zijn geschikt om zachtjes te garen.
Draaispit
Het draaispit bestaat uit de as (
4
) en 2 draaispitvorken (
3
). Het draaispit is geschikt voor
het grillen van grote stukken vlees, bijv. kip, gebraad of rolladen .
Het draaispit monteren en in het apparaat plaatsen:
OPGELET!
■
In de as bevinden zich twee kleine ronde inkervingen. Deze markeren de buitenste
positie van de vastzetschroeven. Deze mogen niet verder naar de buitenste uitein-
den van de as toe worden aangebracht, zodat een probleemloze werking mogelijk is.
■
Geen al te grote stukken op het draaispit steken, zodat hij ongehinderd kan draaien.
1. Een van de draaispitvorken op de as schuiven en met de vastzetschroef vergrende-
len. In de as bevindt zich een kleine ronde inkerving voor de punt van de vastzet-
schroef. Bij kleinere stukjes levensmiddelen kunnen de draaispitvorken verder in het
midden op de as worden bevestigd (zie afbeelding
A
).
2. De te grillen levensmiddelen op de draaispitvork schuiven.
3. De andere draaispitvork op de as en de levensmiddelen schuiven en met de vastzet-
schroef vergrendelen.
4. Een uiteinde van de as in de ronde houder (
11
) aan de linkerkant van de gaarruim-
te (
10
) steken. Daarna het andere uiteinde van de as in de drager (
9
) aan de rechter-
kant van de gaarruimte inhangen.
5. Controleer of alles goed vastzit. Het draaispit mag zich niet om de eigen as laten
draaien, wanneer het apparaat is uitgeschakeld. Mocht dat toch het geval zijn, dan
het linker uiteinde van de as dieper in de houder steken.
Na gebruik het hete draaispit met het verwijdergereedschap (
5
) uit de gaarruimte nemen
(zie sectie ‘Verwijdergereedschap’). Voor het verwijderen van de draaispitvorken en af-
nemen van de gegrilde levensmiddelen altijd keukenhandschoenen gebruiken.