SmartBox
®
4 / SmartBox
®
4 PRO
artikelnr. 28 400 59 b
5 / 32
MONTAGE
Controleer het product voor montage op transportschade en volledigheid.
De MONTAGE, de INBEDRIJFSTELLING en het ONDERHOUD dienen door een vakman
uitgevoerd te worden.
Alle onderstaande aanwijzingen van deze montage- en gebruiksaanwijzing moeten door de
installateur en de exploitant in acht worden genomen, nageleefd en begrepen. Voorwaarde
voor het probleemloos functioneren van het apparaat is een vakkundige installatie, waarbij de
technische regels die gelden voor het plannen, monteren en het gebruik van de gehele
installatie in acht moeten worden genomen.
Hierbij horen ook de voorschriften ter vermijding van ongevallen, de VDE-bepalingen en de
gebruiksaanwijzingen m.b.t. de voorraadcontainer.
De indicator bevindt zich in een behuizing voor wandmontage en wordt
op het 230V-net aangesloten. De indicator mag onder normale omstandigheden slechts
worden gebruikt wanneer het deksel van de behuizing gesloten is.
De installatie en de inbedrijfstelling door de vakkundige installateur worden bij geopend
apparaat uitgevoerd.
Keuze van de plaats van de montage / controleren van de ontvangstkwaliteit van het
mobilofoonnet
Vóór de montage van de SmartBox
®
moet worden gecontroleerd of de ontvangstkwaliteit van
het gebruikte mobilofoonnet voldoende is. Dit kan het eenvoudigst met een gsm op de plaats
van de montage worden vastgesteld. Voorwaarde hiervoor is, dat de gsm bij dezelfde
provider van het mobilofoonnet is aangemeld (bijv. Mobistar, Proximus) als de SIM-kaart die
voor de SmartBox
®
wordt gebruikt.
Wanneer geen geschikte gsm ter beschikking staat, dan kan de controle ook met de SIM-
kaart van de SmartBox
®
worden uitgevoerd. Daartoe de
vrijgeschakelde
SIM-kaart in de
gsm leggen en deze weer inschakelen.
De ontvangstkwaliteit kan eenvoudig op de plaats van de montage op het display van de gsm
worden afgelezen. Dit display moet de ontvangstkwaliteit minstens als een balk met
deelstrepen aangeven. Wanneer de ontvangstkwaliteit zeer slecht is (geen balk met
deelstrepen zichtbaar) moet een andere plaats voor de montage worden
gezocht/gecontroleerd (eventueel in een andere ruimte).
Bij een zeer slechte ontvangstkwaliteit moet een extra antenne (Toebehoren) worden ingezet.
Die bijvoorbeeld voor een keldervenster kan worden aangebracht.
Montage Peilsonde
Zie Montage- en gebruiksaanwijzing „Peilsonde“.
Montage sonde
Zie montage- en gebruiksaanwijzing „Vulniveau-indicator type FSA-W
4-20 mA voor SmartBox
®
1 – 4“.
Zie de bijbehorende aanwijzing ELEKTRISCHE INSTALLATIE
„Vulniveau-indicator type FSA-W 4-20 mA voor SmartBox
®
1 – 4“.