5. ONDERHOUD
Vuilzeef reinigen:
8
e
9
De vuilzeef
(13)
moet regelmatig worden gecontroleerd en indien nodig
worden schoongemaakt.
1. Draai de wartelmoer
(9)
van de besproeiingscomputer met de
hand van het schroefdraad van de waterkraan af (gebruik geen
tang).
2. Draai de adapter
(8)
eraf indien nodig.
3. Verwijder de vuilzeef
(13)
van de wartelmoer
(9)
en maak deze
schoon.
4. Monteer de besproeiingscomputer weer (zie 3. INGEBRUIKNAME
“Besproeiingscomputer aansluiten”).
Besproeiingscomputer
reinigen:
Er mogen geen bijtende of schurende schoonmaakmiddelen worden
gebruikt.
v
Maak de besproeiingscomputer schoon met een vochtige
doek (gebruik geen oplosmiddelen).
6. OPBERGEN
Buitenbedrijfstelling:
De plaats waar het apparaat wordt opgeborgen, moet voor kinderen
ontoegankelijk zijn.
1. Om de batterijen te beschermen dienen deze te worden
verwijderd (zie 3. INGEBRUIKNAME).
2. Berg de besproeiingscomputer op een droge, vorstvrije plaats op.
Afvoeren:
(conform RL2012/19/EG)
Het apparaat mag niet bij het normale huisvuil worden gevoegd,
maar moet op de juiste wijze worden afgevoerd.
v
Belangrijk: Lever het apparaat in bij een gemeentelijk
afvalinzamelpunt.
Lege batterijen afvoeren:
Lever lege batterijen in bij het verkooppunt of breng ze naar een
gemeentelijk inzamelpunt.
Voer de batterijen alleen af wanneer ze leeg zijn.
29
NL