16
Nederlands
Belangrijke Informa e
bewaard. De prikkel- en scheermesafrastering moeten op regelma ge afstanden geaard worden.
•
Houd u betreff ende de aarding aan de aanbevelingen van de producent van het schrikdraadapparaat.
•
Er moet een afstand van ten minste 10 meter
(33 vt)
worden aangehouden tussen de aardelektrode
van het schrikdraadapparaat en een ander aardingssysteem aangesloten op onderdelen zoals de
beschermende aarding van het voedingssysteem of de aarding van het telecommunica esysteem. Zorg
ervoor dat het schrikdraadapparaat een goede ven la e hee .
•
Aansluitleidingen die binnen gebouwen worden geleid moeten eff ec ef geïsoleerd zijn tegen geaarde
construc eonderdelen van het gebouw. Dit kan worden bereikt door gebruik te maken van een
hoogspanningskabel.
•
Ondergrondse aansluitgeleiders moeten in een mantel uit geïsoleerd materiaal worden geplaatst
of er dient kabel met hoogspanningsisola e worden gebruikt. Let erop dat er geen schade aan de
aansluitdraden kan ontstaan door het in de grond zakken van hoeven van vee of door tractorwielen.
•
Aansluitleidingen voor de afrastering mogen niet door dezelfde kabelgoot worden gevoerd waarin
netspanningskabels of communica e-of datakabels liggen.
•
Aansluitleidingen en draden van een elektrische afrastering mogen niet over bovengrondse stroom-of
communica eleidingen heen lopen.
•
Indien mogelijk moeten afrasteringen niet onder bovengrondse hoogspanningsleidingen aang elegd
worden. Indien dit niet kan worden vermeden, dan dient de afrastering de bovengrondse leiding zo
haaks te mogelijk kruisen.
•
Indien aansluitkabels en draden van een elektrische afrastering in de buurt van bovengrondse
lichtnetleidingen worden geïnstalleerd, dan mogen de onderlinge afstanden niet kleiner zijn dan wat
hieronder wordt aangegeven:
Minimale afstand tussen hoogspanningsleidingen en elektrische afrasteringen
Spanning hoogspanningsleiding
Afstand m
1 000
3
> 1 000
33 000
4
> 33 000
8
•
Indien aansluitkabels en draden van elektrische afrasteringen in de buurt van bovengrondse leidingen
worden geïnstalleerd, mag de bovengrondse hoogte niet groter zijn dan 3 m (9 vt).
Deze hoogte geldt aan beide kanten van de loodrechte projec e op de grond vanuit de buitenste
geleiders van de hoogspanningslijn, op een afstand van:
-
2 m (6 ) voor stroomleidingen met een nominale spanning van
niet meer dan 1000 V;
-
15m (48 ) voor stroomleidingen met een nominale spanning van
meer dan 1000 V.
•
Voor elektrische afrasteringen bedoeld om vogels af te schrikken,
huisdieren tegen te houden of te trainen, zoals koeien, zijn schrik-
draadapparaten met slechts een laag vermogen nodig om een
bevredigend en veilig resultaat te verkrijgen.
•
Vogelafschrikking: Indien het schrikdraadapparaat gebruikt wordt om
een systeem van elektrische geleiders te voeden waarmee wordt tegengegaan dat vogels op gebouwen
rusten, dan mag geen elektrische geleider daarvan geaard worden. Duidelijke waarschuwingsborden
moeten op elke plaats worden beves gd waar personen directe toegang hebben tot de elektrische
geleiders. Een schakelaar moet worden geïnstalleerd om het schrikdraadapparaat van alle polen van de
zijn voedingslijn af te schakelen.
•
•
Indien een elektrische afrastering een publiek pad kruist, moet een spanningsvrije poort in de
elektrische afrastering worden geplaatst of moet er een overstapplaats aangebracht worden. Bij deze
kruisingen moeten de naburige geëlectrifi ceerde draden een waarschuwingsbord hebben (G602).
•
Van alle delen van het raster die zich langs de openbare weg bevinden, moeten de bordjes stevig
beves gd zijn aan de palen of goed vastgeklemd zijn aan de draden.
•
De afme ngen van het waarschuwingsbordje moeten tenminste 100mm x 200mm bedragen.
•
De kleur moet aan beide zijden geel zijn en de bele ering moet zwart zijn met de volgende inhoud:
-
“PAS OP: SCHRIKDRAAD!” of,
-
Het onderstaande symbool:
•
De tekst moet vermeld staan aan beide zijden van het
waarschuwingsbordje en een hoogte hebben van tenminste 25mm.
•
Zorg ervoor dat alle gebruikte lichtnetgevoede neveninstalla es, die met de elektrische afrastering zijn
verbonden, minimaal dezelfde mate van isola e tussen de aangesloten afrastering en het lichtnet hee