nl
Apparaat bedienen
Sensorbesturing
In de automatische modus herkent de sensor in de afzuigkap
de intensiteit van de kook- en bakluchtjes. Afhankelijk van de
instelling van de sensor schakelt de ventilator automatisch in
een andere stand.
Mogelijke instellingen van de sensor:
Standaard instelling van de gevoeligheid: 3 (ventilatiestand 3)
Laagste instelling van de gevoeligheid:1 (ventilatiestand 1)
Hoogste instelling van de gevoeligheid: 4 (ventilatiestand
Ò
)
Als de sensorregeling te zwak of te sterk reageert, kunt u de
instelling wijzigen:
1
Bij een uitgeschakelde ventilator het symbool
r
aantippen en ingedrukt houden.De instelling wordt
weergegeven.
2
Door de symbolen 1, 2, 3 of
Ò
aan te tippen wordt de
instelling van de sensorregeling veranderd.
3
Om te bevestigen het symbool
r
aantippen en ingedrukt
houden.
Verzadigingsindicatie
Als de metalen vetfilter of actieve koolfilter verzadigd is,
knipperen de betreffende symbolen:
▯
Metalen vetfilter:
œ
en 1
▯
Actieve koolfilter:
œ
en 2
▯
regenereerbare actieve koolfilter:
œ
en 3
Uiterlijk op dit moment dienen de metalen vetfilters
schoongemaakt of het actieve koolfilter vervangen te worden.
Terwijl de verzadigingsindicaties knipperen, kunnen ze worden
gereset.Houd hiervoor het symbool
œ
ingedrukt.
,VKHWV\PERRO
œ
YHUOLFKWWHUZLMOKHWDSSDUDDWLV
LQJHVFKDNHOGGDQNDQZRUGHQRSJHYUDDJGZHONHILOWHU
YHU]DGLJGLV7LSKLHUYRRURSKHWV\PERRO
œ
'H
EHWUHIIHQGHV\PEROHQNQLSSHUHQ
Display omschakelen voor luchtcirculatie
Voor luchtcirculatie moet de elektronische regeling worden
omgeschakeld:
▯
De afzuigkap dient aangesloten en uitgeschakeld te zijn.
▯
Het symbool
œ
aantippen en vasthouden. Symbool 2
aantippen. Ter bevestiging het symbool
œ
aantippen en
vasthouden. De elektronische regeling is weer ingesteld
op luchtcirculatie (niet regenereerbare filter).
▯
Het symbool
œ
aantippen en vasthouden. Symbool 3
aantippen. Ter bevestiging het symbool
œ
aantippen en
vasthouden. De elektronische regeling is weer ingesteld
op luchtcirculatie (regenereerbare filter).
▯
Het symbool
œ
opnieuw aantippen en vasthouden.
Symbool 1 aantippen. De elektronische regeling wordt
weer op afvoerlucht ingesteld.
▯
Symbool
œ
ingedrukt houden om op te slaan.
Verlichting
U kunt de verlichting onafhankelijk van de ventilator in- en
uitschakelen.
Tip op het symbool
ž
.
Helderheid instellen
Houd het symbool
ž
ingedrukt tot de gewenste helderheid
verkregen is.
Geluidssignaal
Inschakelen
Als de ventilator is ingeschakeld gelijktijdig op de symbolen
#
en
Ò
tippen en gedurende ca. 3 seconden vasthouden, om
naar de instellingsmodus voor het geluidssignaal over te gaan.
Tip op het symbool 1. Door de symbolen
#
en
Ò
herhaaldelijk aan te tippen en vast te houden wordt de
instelling opgeslagen.Ter bevestiging klinkt een signaal.
Uitschakelen
Als de ventilator is ingeschakeld gelijktijdig de symbolen
#
en
Ò
aantippen en ca. drie seconden vasthouden, om naar
de instellingsmodus voor het geluidssignaal over te gaan. Tip
op het symbool 2. Door de symbolen
#
en
Ò
herhaaldelijk
aan te tippen en vast te houden wordt de instelling
opgeslagen.