2.2.6
De externe UIT-indicatie instellen
Als de draaischakelaar op
0
of
T
staat, is de signaleringsunit uitgeschakeld. Hierbij is het mogelijk om een externe
UIT-indicatie aan te sluiten (bijvoorbeeld een zwaailamp). Wanneer de draaischakelaar op
0
of
T
staat, wordt
deze indicatie ingeschakeld (de zwaailamp gaat branden).
Bepaal met jumperinstelling J8 de signaleringscontactingang:
Externe UIT-indicatie
J9 (a,b)
Indicatie bij UIT
Ja
Indicatie bij NIET UIT
Nee
2.2.7
De fasebewakingsspanning instellen
De signaleringsunit ondersteunt fasebewaking. Wanneer de fasespanning onder 80 Vac daalt, volgt een
signalering. Indien gewenst kunt u met potentiometers P1, P2 en P3 de fasebewakingsspanning per fase
aanpassen.
Fasebewakingsspanning
P1
P2
P3
Fase 1
L1/R
Fase 2
L2/S
Fase 3
L3/T
2.2.8
De accuspanning instellen
Maak voor het bepalen van de acculaadspanning de accuklem los.
De acculaadspanning meet u over de soldeerpunten '+' en '-' op de bodemprint (CN5 Ucharge
Measure).
Bepaal met potentiometer P5 de acculaadspanning van de accu. Standaard wordt de accu opgeladen met 13.6
Vdc.
Accuspanning
P5
Lagere accuspanning
Linksom draaien
Hogere accuspanning
Rechtsom draaien
2.3
De FB testen
Fancom adviseert het audio- of visuele signaal minstens een keer per week handmatig te testen.
U kunt de signaleringsunit testen door de draaischakelaar op
T
te zetten. Als na het verstrijken van de eventuele
vertragingstijd het audio- of visuele signaal activeert, functioneert de signaleringsunit correct. Wordt het audio- of
visuele signaal niet geactiveerd? Laat uw installateur de accuspanning dan bij belaste toestand meten. Als deze
lager is dan 10 Vdc, is de accu defect. Als deze hoger is dan 10 Vdc, is het audio- of visuele signaal defect of
wordt dit niet goed ingeschakeld.
5