78
8. Installatie en montage
Het weerstation kan met de naar beneden uitgeklapte voet (22) op een vlak, stabiel en voldoende
groot oppervlak geplaatst worden. Gebruik een geschikte onderlegger om krassen te vermijden als het
apparaat op een waardevol meubelstuk wordt geplaatst. Als alternatief is het ophangen met behulp van
de ophangopening (13) aan een lange schroef mogelijk. Deze dient ca. 2 cm uit de wand te steken.
Voor een feilloze ontvangst dient het weerstation niet naast andere elektronische apparaten,
kabels, metalen onderdelen enz. te worden geplaatst. Installeer het weerstation en
de sensor op circa 2 m van eventuele storingsbronnen. Hindernissen, die de draadloze
verbinding tussen beide verhinderen, zoals bijv. gebouwen, dienen eveneens te worden
vermeden. De reikwijdte van het draadloos signaal in het vrije veld bedraagt ca. 100 m. Door
de aanwezigheid van hindernissen wordt dit minder.
De buitensensor kan aan de muur aan een haak, spijker of schroef worden opgehangen door middel
van de ophangopening (B). Het ophangen van de buitensensor met behulp van de meegeleverde
kabelbinders is eveneens mogelijk. Voor een feilloze DCF-ontvangst dient de buitensensor niet naast
andere elektronische apparaten, kabels, metalen onderdelen enz. te worden geïnstalleerd. Plaats of
monteer de buitensensor niet horizontaal!
Let op dat u tijdens het boren en schroeven geen kabels of leidingen beschadigt. We
raden u aan om de buitensensor links of rechts naast een raam te bevestigen, zodat u het
geïntegreerd display eenvoudig kunt aflezen. De gekozen montageplek van de buitensensor
mag niet aan direct zonlicht blootgesteld worden, anders krijgt u incorrecte meetwaarden.
Een noordzijde of -wand is ideaal. Directe neerslag dient tevens vermeden te worden.
9. Ingebruikname
a) Batterijen in het weerstation plaatsen
• Open het batterijvakdeksel (21) aan de achterkant van het weerstation.
• Plaats drie batterijen van het type AAA/micro (batterijen zijn niet inbegrepen) in overeenstemming
met de pooltekens (plus/+ en min/-) in het batterijvak.
• Na het plaatsen van de batterijen branden alle weergave-elementen eventjes op het LCD-display.
Een korte pieptoon geeft aan dat het product gereed is voor gebruik. Het ontvangstsymbool knippert
gedurende
ca. 3 minuten. Dit geeft aan dat het weerstation naar het draadloos signaal van
de buitensensor zoekt. De achtergrondverlichting brandt gedurende ca. 10 seconden en wordt
vervolgens gedimd.
• Sluit het batterijvak weer.