
f) Handmatige ontvangstpoging
• Om de sensors handmatig op het weerstation aan te melden drukt u op de knop
SENSOR
(12). Een handmatige ontvangstpoging start. Daarbij worden alle in het lcd-
display (1) weergegeven kanalen ontvangen 1 tot 3 plus een van 5 tot 8. Worden de
binnenwaarden op de onderste regel weergegeven, dan wordt er alleen een ontvangstpoging
gedaan voor de eerste 3 kanalen. U moet dan met de knop
C
(2) nog meer
kanalen steeds afzonderlijk selecteren en de knop
SENSOR
(12) opnieuw drukken om weer
een ontvangstpoging te starten.
• Handmatige ontvangstpogingen zijn nodig als de buitensensor ook na 48 uur geen draadloos
signaal verzendt en permanent de "Er"-indicatie in het lcd-display (1) staat. U dient de
batterijen bij alle sensors te wisselen waar het "Er"-symbool verschijnt. Lees daarvoor het
gedeelte "Ingebruikname" onder a) "Batterijen in een buitensensor plaatsen/vervangen".
• Meld de betreffende sensor(en) dan handmatig aan door op de knop
RESET
(13) te drukken.
Als u het kanaal van een sensor opnieuw wilt instellen, wijzig de kanaalinstelling op
de schuifschakelaar
ON/OFF
(9). Als het weerstation klaar voor ontvangst is, drukt
u op de knop
RESET
(D) op de sensor om direct een sensorsignaal uit te zenden
zonder te moeten wachten. Of u verwijdert kort de batterij. Lees het gedeelte
"Ingebruikname" onder a) "Batterijen in een buitensensor plaatsen/vervangen". De
zender-led (F) op de sensor gaat branden als er een signaal gegeven wordt.
Bediening
a) Selecteren van de temperatuureenheid
• Druk kort op de knop
°C/°F
(11) om op het weerstation de eenheid van de temperatuurweergave
(°C of °F) te wijzigen. Een tweede keer drukken schakelt weer in de uitgangseenheid terug.
b) Achtergrondverlichting in- en uitschakelen
• Druk op de knop
LIGHT
(14) om de achtergrondverlichting gedurende 5 seconden in te
schakelen.
• Elke keer dat u op de knoppen van het weerstation drukt, verlengt de inschakelduur van de
achtergrondverlichting zich voor een extra 5 seconden.
c) Nachtlicht activeren/deactiveren
Dit weerstation beschikt over een nachtlichtfunctie. Een lichtgevoelige sensor herkent slecht
verlichte en donkere lichtomstandigheden. Als het te donker is schakelt de achtergrondverlichting
als nachtlamp in. De nachtverlichting heeft echter een zwakkere lichtopbrengst dan de normale
ingeschakelde achtergrondverlichting. De nachtverlichting kan worden in- of uitgeschakeld.
• Zet de schuifschakelaar
ON/OFF
(9) in de positie
ON
om de automatische nachtverlichting
te activeren.
• Schuif de schuifschakelaar
ON/OFF
(9) in de positie
OFF
om de automatische nachtverlichting
te deactiveren.
d) Temperatuur- en luchtvochtigheidskalibratie
• In de normale modus houdt u de knop
TUNE
(8) gedurende 2 seconden ingedrukt
om naar de kalibratiemodus te gaan. De huidige buitensensor kanaalweergave of de
binnentemperatuurweergave
IN
knipperen. De temperatuur wordt eerst ingesteld.
• Druk op de knop
C
(2) of de knop
- MEM
(4) om het aantal kanalen of de weergave
binnen te selecteren.
• Druk op de knop
MODE ALERT
(3) om naar de weergave voor de waarden van de
temperatuurweergave te schakelen.
• Druk op de knop
C
(2) of de knop
- MEM
(4) om de eerste kalibratiewaarde (de
temperatuur) in te stellen. De knop
C
(2) verhoogt de waarde en de knop
- MEM
(4)
verlaagt de waarde.
• Als u de knop
C
(2) of de knop
- MEM
(4) kort indrukt, schakelt de temperatuur
in tienden omhoog of omlaag (0,1 °C of °F). Houd de knop ingedrukt om snel door de
instelwaarden te kunnen gaan.
U hebt hiervoor de vergelijkingswaarde uit een andere, nauwkeurige meting nodig
bijv. een geijkte analoge thermometer op dezelfde meetplaats.
• Druk op de knop
MODE ALERT
(3) om van de temperatuurwaarden naar de waarden van
de luchtvochtigheid te schakelen.
• Druk op de knop
C
(2) of de knop
- MEM
(4) om de tweede kalibratiewaarde (de
luchtvochtigheid) in te stellen. De knop
C
(2) verhoogt de waarde en de knop
-
MEM
(4) verlaagt de waarde.
• Als u de knop
C
(2) of de knop
- MEM
(4) kort indrukt, schakelt de weergave van de
luchtvochtigheid in honderdsten d.w.z. 1 %, omhoog of omlaag. Houd de knop ingedrukt om
snel door de instelwaarden te kunnen gaan.
• Druk op de knop
MODE ALERT
(3) voor de derde keer om uw gekalibreerde waarden te
bevestigen. Door nogmaals indrukken kunt u de kalibratie herhalen.
• Herhaal de kalibratie voor alle kanalen.
• Druk hiervoor op de knop
C
(2) of de knop
- MEM
(4) om de weergave te selecteren
en herhaal de bovenstaande stappen.
• Na beëindiging van de kalibratie van alle kanalen, houdt u de knop
TUNE
(8) 2 seconden
ingedrukt om naar de normale modus terug te keren. Als alternatief drukt u niet op een
andere knop op het weerstation gedurende een periode van 60 seconden. U schakelt dan
vanzelf weer terug naar de normale modus.
• Om een kalibratie te resetten, houdt u in de kalibratiemodus de knop
MODE ALERT
(3)
gedurende twee seconden ingedrukt. De waarden worden in de ongekalibreerde situatie
teruggezet.
U moet de waarden van de temperatuur en luchtvochtigheid voor elke buitensensor
(kanaal) afzonderlijk resetten. Selecteer daartoe de kalibratiemodus van elk kanaal
en doe dit op dezelfde manier zoals hierboven beschreven is.
• Wanneer u opnieuw in de kalibratiemodus schakelt, dan worden alle eerder door u
gekalibreerde waarden teruggezet naar de fabrieksinstellingen.
Weergave en functies
a) Meetwaarden buiten het meetbereik
• Als een actuele meetwaarde van de temperatuur buiten het meetbereik valt, wordt het
volgende weergegeven.
Temperatuur onder - 40 °C
Temperatuur boven 70 °C
Luchtvochtigheid onder 1 %
Luchtvochtigheid van meer dan 99 %
b) Comfortindicatie
• De comfortindicatie geeft de aangename gevoelstemperatuur bij bepaalde
weersomstandigheden als smiley aan (zie c) "symbolen op het lcd-display").
• De comfortindicatie wordt geregeld met inachtneming van temperatuur en
luchtvochtigheidswaarden. Hierdoor is het mogelijk dat afhankelijk van de luchtvochtigheid,
ook bij gelijkblijvende temperatuur verschillende comfortbeoordelingen kunnen voorkomen.
• De comfortindicatie gebruikt de waarden van de kalibratieinstelling om de comfortsymbolen
weer te geven. Houd hier rekening mee wanneer u een kalibratie uitvoert. Lees daarom ook
in het hoofdstuk "Bediening" onder d) "temperatuur- en luchtvochtigheidskalibratie".
De comfortindicatie werkt bij waarden onder 0 °C en boven 60 °C niet meer.
c) Weergave temperatuur en luchtvochtigheid
• De trendweergave geeft de trend voor veranderingen van temperatuur en luchtvochtigheid
in de volgende minuten aan.
• De pijlsymbolen wijzen verwachte stijgende, gelijkblijvende resp. dalende waarden aan.
• Het pijlsymbool hoog= stijgend, het pijlsymbool horizontaal=gelijkblijvend, het pijlsymbool
naar beneden = dalend (zie onder c) "symbolen op het lcd-display').
d) Koudealarm
Als de buitentemperatuur van een buitensensor op 3 °C of daaronder valt, wordt het symbool
in de betreffende rij van het lcd-display (1) weergegeven.
e) Weergave van de max-min-waarden van temperatuur en luchtvochtigheid
• Het weerstation registreert de gemeten maximum- of minimumwaarden voor temperatuur en
luchtvochtigheid sinds de laatste reset.
• Druk in de normale modus op de knop
MEM -
(4) om de maximale waarden in het lcd-
display (1) van het weerstation weer te geven. Het
MAX
-symbool verschijnt.
• Druk een tweede keer op de knop
MEM -
(4) om de minimale waarden in het lcd-display (1)
van het weerstation weer te geven. Het
MIN
-pictogram verschijnt.
• Druk een derde keer op de knop
MEM -
(4) om naar de normale modus terug te keren.
• Als u niet binnen 5 seconden een knop indrukt, gaat het display van het weerstation
automatisch weer terug naar de normale modus.
Display (voorbeeld)
Maximumwaarden
Minimumwaarden
Terugzetten maximale en minimale waarden van de temperatuur en luchtvochtigheid
• In de normale modus of wanneer de maximum- of minimumwaarden worden weergegeven,
houd de knop
MEM -
(4) 2 seconden ingedrukt om de opgeslagen waarden te wissen. Een
pieptoon klinkt bij het terugzetten van de waarden.