DIA / DRS
Montagehandleiding
10
4.2
Montage
Voor de montage zijn 2 personen nodig.
VOORZICHTIG!
Letselgevaar door scherpe omkastingsplaten!
De inwendige omkastingsplaten hebben voor een deel scherpe randen.
Draag veiligheidshandschoenen.
Monteren en uitlijnen:
1) Variant met aansluitkast: Plafondbevestigingspunten van de aansluitkast aantekenen.
2) Plafondafhanging (ter plaatse) met passend gereedschap aan het plafond bevestigen.
3) Aansluitkast tegen omlaag vallen beveiligen. Hoekstuk aan beide zijden met contra-
moeren borgen.
4) Aansluitkast waterpas zetten.
5) Meegeleverde afdichtband op de aansluitkast plakken.
6) Plaatselijke luchttoe-/afvoerleiding aansluiten.
7) Variant DRS (rond): Voorplaat vastschroeven.
8) Variant DIA (vierkant): Voorplaat vastschroeven.
9) Variant met overgang: Lipjes aan de overgang ombuigen en met geschikte middelen
aan het plafond bevestigen.
10) Voorplaat (voorbeeld DRS) vastschroeven.
11) Plaatselijke luchttoe-/afvoerleiding aansluiten.
15
5
Controles voor de eerste ingebruikneming
Bij de eerste inbedrijfstelling moet ervoor worden gezorgd dat aan alle noodzakelijke eisen is
voldaan, zodat het apparaat veilig en volgens het beoogde gebruik kan werken.
Bouwtechnische controles
Controleer of het apparaat veilig staat resp. is bevestigd.
Controleer of het apparaat waterpas is geplaatst.
Controleer of alle onderdelen correct zijn gemonteerd.
Controleer of alle verontreinigingen, zoals verpakkingsresten en bouwvuil, zijn verwijderd.
Controles op het gebied van lucht
Controleer of voor luchtaanzuiging en luchtafvoer een vrije stroming is gewaarborgd.
6
Onderhoud
6.1
Binnenkant van het apparaat reinigen
De luchtdoorlaten voldoen aan de Hygiëneverordening VDI 6022. Deze zijn bijna geheel onder-
houdsvrij.
In het kader van het onderhoud dienen alle luchtgeleidende elementen (binnenvlakken van het
apparaat, uitblaaselementen, etc.) op verontreinigingen of afzettingen te worden gecontroleerd
en zo nodig met in de handel verkrijgbare middelen te worden gereinigd.