Voordat werkzaamheden of aansluiting op een leidingsysteem plaatsvinden, moet de netstroom naar het apparaat wordt uitgezet
en indien er geen geïntegreerde schakelkast voor het apparaat is, moet de stroomschakelaar vergrendeld worden.
Voer altijd een filterreiniging uit en leeg de persluchttank voordat u de opvanginrichting los maakt van de filtereenheid. Voor de
verwerking van het afgevangen materiaal moeten de geldende voorschriften worden gevolgd.
Controle
Controleer het apparaat regelmatig op schade of slijtage. Bij schade moet dit verholpen worden door een servicemonteur van
Dustcontrol of een door Dustcontrol geautoriseerde werkplaats.
Gebruiksbereik
Filtercyclonen van Dustcontrol worden gebruikt om stof dat voorkomt in een industriële omgeving, weg te filteren.
De filtercycloon is aangesloten op een leidingsysteem van Dustcontrol. Het systeem is op zijn beurt verbonden met een
vacuümgenerator.
Beschrijving van de werking
S 11000 EX reinigt de lucht in twee stappen.
In de eerste fase wordt stof in de cycloon afgescheiden. De lucht komt tangentieel in de filtercycloon en begint krachtig te
circuleren. Dit zorgt ervoor dat de deeltjes tegen het manteloppervlak worden geduwd en vervolgens op de bodem vallen.
In de tweede fase gaat de lucht door een fijn filter.
De filters worden automatisch gereinigd na een signaal van het besturingssysteem. Dit reinigen vindt plaats met een luchtpuls in
de tegenovergestelde richting van het zuigen. Het is een zeer effectieve reiniging en is bovendien niet belastend voor de filters.
Wanneer de filters worden gereinigd, zijn er om de paar seconden een aantal zeer heldere luchtstoten te horen.
Voor ATEX-geclassificeerde filtercyclonen moet gescheiden materiaal worden opgevangen in een container.
Installatie
Hieronder wordt beschreven hoe u het product moet monteren:
1. Monteer de onderste conus op de staanders.
Pas de hoogte van de staanders aan aan de gekozen uitvoerconus/container.
2. Monteer de inlaatmodule op de onderste conus. Zet vast met de borgring.
3. Monteer de module-ring op de inlaatmodule. Zet vast met de borgring.
4. Monteer de filterplaat op de module-ring. Zet vast met de borgring.
5. Installeer 1 st. filters. Vergrendelde ze met 1 borgring(en).
6. Sluit de aarding van het filter aan.
7. Monteer de filterreinigingseenheid (tank) op de filterplaat. Vergrendel vervolgens met draaiknop.
8. Monteer de uitlaatmodule op de filterplaat. Zet vast met de borgring. Trek de kabel door doorvoerwartel. Sluit de
persluchtslang aan.
9. Monteer het deksel op de uitlaatmodule. Zet vast met de borgring.
10. Monteer de trekstangen.
11. Sluit de potentiaalvereffeningskabels aan de buitenkant van de cycloon aan.
Na het installeren van de filtercycloon moeten de volgende stappen worden uitgevoerd:
1. Sluit de inlaat en uitlaat aan.
2. Sluit de filterreiniging aan op perslucht en de stuurspanning van de schakelkast. Voor details over de waarden, zie
Technische gegevens
.
3. Zorg voor potentiaalegalisatie.
38
S 11000 EX, Art no. 99058-A
NEDERLANDS
Summary of Contents for S 11000 EX
Page 12: ...S 11000 EX Art no 99058 A...
Page 20: ...S 11000 EX Art no 99058 A...
Page 28: ...S 11000 EX Art no 99058 A...
Page 36: ...S 11000 EX Art no 99058 A...
Page 44: ...S 11000 EX Art no 99058 A...
Page 52: ...S 11000 EX Art no 99058 A...
Page 60: ...S 11000 EX Art no 99058 A...
Page 68: ...S 11000 EX Art no 99058 A...
Page 76: ...S 11000 EX Art no 99058 A...
Page 82: ...S 11000 EX Art no 99058 A...
Page 83: ...S 11000 EX Art no 99058 A...