D
OVRE
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
7
ieder geval bij twee aansluitingen dat het
hoogteverschil tussen de aansluitingen mini-
maal 200 mm bedraagt.
Vraag uw installateur om advies over de schoor-
steen. Raadpleeg de Europese norm EN13384 voor
een juiste berekening van de schoorsteen.
De schoorsteen moet aan de volgende
voor-
waarden
voldoen:
De schoorsteen moet gemaakt zijn van vuurvast
materiaal, bij voorkeur keramiek of roestvrij staal.
De schoorsteen moet luchtdicht en goed gerei-
nigd zijn en voldoende trek garanderen.
Een trek/onderdruk van 15 - 20 Pa tijdens nor-
male belasting is ideaal.
De schoorsteen moet - vertrekkend van de uit-
gang van het toestel - zo verticaal mogelijk lopen.
Richtingsveranderingen en horizontale stukken
verstoren de afvoer van verbrandingsgassen en
veroorzaken mogelijk roetophoping.
De binnenmaten mogen niet te groot zijn, om te
voorkomen dat de verbrandingsgassen te sterk
afkoelen waardoor de trek minder wordt.
De schoorsteen moet bij voorkeur dezelfde dia-
meter hebben als de aansluitkraag.
Voor de nominale diameter: zie de bijlage
"Technische gegevens". Als het rookkanaal
goed is geïsoleerd, kan de diameter even-
tueel wat groter zijn (maximaal tweemaal de
sectie van de aansluitkraag).
De sectie (oppervlakte) van het rookkanaal moet
constant zijn. Verwijdingen en (vooral) ver-
nauwingen verstoren de afvoer van ver-
brandingsgassen.
Bij toepassing van een regenkap/afvoerkap op de
schoorsteen: let erop dat de kap niet de uit-
monding van de schoorsteen vernauwt en dat de
kap niet de afvoer van verbrandingsgassen belem-
mert.
De schoorsteen moet uitmonden in een zone die
niet wordt verstoord door omliggende gebouwen,
vlakbijstaande bomen of andere hindernissen.
Het schoorsteengedeelte buiten de woning moet
geïsoleerd zijn.
De schoorsteen moet minimaal 4 meter hoog zijn.
Als vuistregel geldt: 60 cm boven de nok van het
dak.
Als de nok van het dak meer dan 3 meter is ver-
wijderd van de schoorsteen: houd de maten aan
die in de volgende figuur zijn aangegeven. A = het
hoogste punt van het dak binnen een afstand van
3 meter.
Ventilatie van de ruimte
Voor een goede verbranding heeft het toestel lucht
(zuurstof) nodig. Die lucht wordt via regelbare lucht-
inlaten aangevoerd vanuit de ruimte waar het toestel
is geplaatst.
Bij onvoldoende ventilatie vindt onvolledige
verbranding plaats, waardoor zich giftige
gassen in de ruimte kunnen verspreiden.
Een vuistregel is dat de luchttoevoer 5,5 cm²/kW
moet zijn. Extra ventilatie is nodig:
Als het toestel in een ruimte staat die goed is geï-
soleerd.
Als er mechanische ventilatie is, bijvoorbeeld een
centraal afzuigsysteem of een afzuigkap in een
open keuken.
U kunt voor extra ventilatie zorgen door een venti-
latierooster in de buitenmuur te laten plaatsen.
Zorg dat andere luchtverbruikende apparaten (zoals
een wasdroger, ander verwarmingstoestel of badka-
merventilator) een eigen buitenluchtaanvoer
hebben, of zijn uitgeschakeld wanneer u het toestel
stookt.
Dit toestel bevat ook een buitenluchtaansluiting.
Indien mogelijk raden wij aan om deze te gebruiken
(zie Productbeschrijving hieronder).
Summary of Contents for SAGA 101
Page 19: ...DOVRE Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 19 SAGA 107 09 20022 093 ...
Page 25: ......
Page 43: ...SAGA 107 09 20022 093 DOVRE Subject to change because of technical improvements 19 ...
Page 49: ......
Page 92: ...SAGA 107 09 20022 093 DOVRE 20 Änderungen aufgrund technischer Verbesserungen vorbehalten ...
Page 140: ...SAGA 107 09 20022 093 DOVRE 20 Con riserva di modifiche per miglioramenti tecnici ...
Page 163: ...DOVRE Det tas forbehold om endringer p g a tekniske forbedringer 19 SAGA 107 09 20022 093 ...