DiBO n.v. 9
1. Veiligheid - Algemene waarschuwingen
Algemeen:
De DiBO hogedrukreiniger is een reiniger, die een waterstraal onder hoge druk voortbrengt.
De reiniger mag uitsluitend worden gebruikt door getrainde en gekwalificeerde personen die in de bediening
ervan zijn geïnstrueerd en uitdrukkelijk met de bediening ervan belast zijn. Een volledige kennis van deze hand-
leiding is daarom noodzakelijk. De machine is niet geschikt voor gebruik door kinderen of jongeren (t.e.m. 16 jaar).
Niet geïnstrueerd personeel of personen met beperkte psychische, fysische of motorische vaardigheden mogen
het apparaat niet gebruiken. Als de machine door andere personen gebruikt wordt dient u als eigenaar de gebrui-
ker op de hoogte te stellen van de veiligheidsvoorschriften.
Naast de gebruiksaanwijzing en de in het land waar de machine wordt gebruikt geldende, bindende regelingen
inzake ongevallen preventie, dienen ook de erkende vaktechnische regels voor veilig en oordeelkundig werk in
acht te worden genomen. Elke werkwijze die gevaarlijk kan zijn voor de veiligheid, dient te worden nagelaten.
Hogedrukslangen:
Hogedrukslangen, fittingen en verbindingsstukken zijn belangrijk voor de veiligheid van de machine. Gebruik al-
leen door de fabrikant goedgekeurde hogedrukonderdelen! Gebruik de hogedrukslang niet als trekkabel.
Maximaal toegelaten werkdruk en temperatuur staan op de hogedrukslang gedrukt.
Slangen na het gebruik met heet water laten afkoelen of apparaat kort met koud water gebruiken.
Spuiten met hogedrukstraal:
De hogedrukstraal kan gevaarlijk zijn als zij misbruikt wordt. De straal mag niet op uzelf, personen, dieren, onder
elektrische spanning staande installaties of op het toestel zelf worden gericht.
Elektrische apparaten nooit met water afspuiten: gevaar voor personen, kortsluitingsgevaar.
Veiligheidskleding, veiligheidsbril en gehoorbescherming dragen!
Gevoelige delen niet met de puntstraal reinigen. Bij het reinigen op voldoende afstand tussen de hogedruk-
sproeier en het oppervlak letten om een beschadiging van het te reinigen oppervlak te vermijden.
Tijdens het bedrijf alle afdekkingen en deuren van de machine gesloten houden.
Baken de spuitplaats duidelijk af en voorzie hierbij een afgebakende afstand van min. 6 m rond de spuitplaats.
Verwijder alle losliggende elementen binnen de spuitplaats, welke zouden kunnen opvliegen.
Spuit nooit vanaf een onstabiele standplaats (ladder, bootje, steiger, ... ).
Tijdens het werken met de machine treden aan de spuitlans terugslagkrachten op. Indien de spuitlans schuin
staat, treedt er bovendien een draaimoment op. Houd daarom de spuitlans met beide handen vast.
Spuitlans:
Schakel de machine uit als de spuitlans vervangen wordt. Let op de aanwezigheid van de beschermkap (kunst-
stofdop) rond de spuitkop. Draai de lanskoppeling op het pistool stevig vast.
De hendel van het pistool mag bij gebruik niet worden vastgeklemd.
Voor de spuitwerkzaamheden: spuitlans steeds naar beneden gericht houden!
Machine:
Neem de machine nooit zonder water in gebruik. Zelfs een kortstondig gebrek aan water kan tot ernstige be-
schadigingen leiden! Wanneer de machine op een drinkwaterleidingnet wordt aangesloten, dienen de daarover
bestaande voorschriften (EN 1717) te worden nageleefd. Werk nooit tijdens ongunstige weersomstandigheden
(bijv: onweer, regenweer,...) in de open lucht. De machine dient op een stabiele horizontale ondergrond te staan
met de rem op! Werken bij kunstlicht: indien daglicht niet voldoende zichtbaarheid biedt tijdens het bedrijf, strekt
het gebruik van aangepaste waterdichte verlichtingsarmaturen tot aanbeveling. In ruimten voorzien van standaard
verlichting moet deze op ruime afstand van de waterstraal blijven. Vaste instellingen van de machine mogen in
geen geval zelf gewijzigd worden. De hogedrukreiniger is door DiBO bedrijfsklaar gemaakt en getest volgens de
geldende veiligheidsnormen. Nooit oplosmiddelhoudende vloeistoffen zoals benzine, olie of verdunning aan-
zuigen, de ontstane sproeinevel kan uiterst ontvlambaar en/of giftig zijn. Wanneer de machine in bedrijf is mag
deze nooit onbeheerd worden achtergelaten. Let op voldoende ventilatie. Machine niet afdekken of in ruimten
gebruiken met onvoldoende ventilatie! Voertuigbanden/bandventielen mogen uitsluitend gereinigd worden van
op een minimum spuitafstand van 30 cm. Anders kan de voertuigband/het bandventiel beschadigd worden door
de hogedrukstraal. Het eerste teken van een beschadiging is de verkleuring van de band.
Beschadigde voertuigbanden zijn een bron van gevaar.
Asbesthoudende en andere materialen die gevaarlijke stoffen bevatten, moegen niet afgespoten worden.
Verkeer:
Bescherm leidingen en kabels die over een rijweg lopen met rijplaten.