224
NEDERLANDS
B
2
3
1
BASS
TREBLE
[1] Regelen van de geluidskwaliteit (TONE)
De klankkleurregeling functioneert niet in de Direct-stand.
Na het starten van de weergave
1
Bij elke druk op de TONE CONTROL-toets
schakelt de klankkleur als volgt over.
TONE
CONTROL
(Hoofdtoestel)
2
Verdraai voor instelling van het
niveau de SELECT-knop terwijl
de naam van het volume dat
ingesteld moet worden
geselecteerd is.
SELECT
(Hoofdtoestel)
• Om de lage of hoge tonen te verhogen: draai
de knop in wijzerzin. (De klank van de lage of
de hoge tonen kan worden verhoogd tot +12
dB in stappen van 2 dB.)
• Om de lage of hoge tonen te verlagen: draai
de knop in wijzerzin. (De klank van de lage of
de hoge tonen kan worden verlaagd tot –12
dB in stappen van 2 dB.)
B
1
+10
0
TV/
VCR
RDS
PTY
RT
SURROUND
OUTPUT
TEST
TONE
SPEAKER
5CH / 7CH
STEREO
DOLBY/DTS
SURROUND
DSP
SIMU.
2
[2] Luisteren met een hoofdtelefoon
2
Druk de OUTPUT-toets in om het geluid alleen
via de hoofdtelefoon weer te geven.
OUTPUT
1
Gebruik deze functie om de
audio-uitvoer tijdelijk uit te
schakelen.
Druk op de MUTING-toets
(demping).
Annuleren van de MUTING-stand.
Druk nogmaals op de MUTING-toets.
MUTING
(Afstandsbediening)
• De uitgang naar de luidspreker en de pre-out
aansluitingen wordt onderbroken en er wordt
geen geluid via de luidsprekers weergegeven.
1
Sluit de hoofdtelefoon aan
op de PHONES-aansluiting
op het voorpaneel.
1
PHONES
OPMERKING:
Zet het volume niet te hoog wanneer u met de
hoofdtelefoon luistert, om gehoorverlies te
voorkomen.
Waarschuwing:
De instellingen worden geannuleerd
als de netspanning van het toestel
wordt uitgeschakeld.
[3] Tijdelijk uitschakelen van het geluid (MUTING)
1
2
3
SKIP
SKIP
ENTER
+
-
+
-
TUNER
PHONO
CD
SHIFT
MUTING
TUNING
1
Weergave via de externe ingangsaansluitingen (EXT. IN)
• Wanneer de ingangsstand is ingesteld op de externe
ingang (EXT. IN), kan de weergavestand (DIRECT,
STEREO, DOLBY/DTS SURROUND, 5/7CH
STEREO, WIDE SCREEN of DSP SIMULATION) niet
worden ingesteld.
OPMERKINGEN:
• In een andere weergavestand dan de externe
ingangsstand kunnen de signalen op deze
aansluitingen niet worden weergegeven. Tevens
kunnen geen signalen worden uitgevoerd uit
kanalen die niet zijn aangesloten op de
ingangsaansluitingen.
• De externe ingangsstand kan worden ingesteld
voor elke ingangsbron. Om videobeelden te
bekijken terwijl u muziek beluistert, moet u de
ingangsbron kiezen waarop het videosignaal is
aangesloten en vervolgens deze stand instellen.
1
Stel de externe ingang (EXT. IN) in.
Druk op EXT. IN om over te schakelen naar de
externe ngang.
Als dit is geselecteerd worden de
ingangssignalen van de FL- (linksvoor), FR-
(rechtsvoor), C- (midden), SL- (surround links),
SR- (surround rechts), SBL- (surround
linksachter) en SBR- (surround rechtsachter)
kanalen van de EXT. IN-ingangsaansluitpunten
rechtstreeks uitgevoerd naar zowel de voorste
(links en rechts), midden-, surround- (links en
rechts) en surround-achterluidsprekers (links en
rechts) als de pre-out-aansluitpunten zonder
door het surround-circuit te worden gestuurd.
Bovendien wordt het signaal dat wordt
ingevoerd naar het SW-aansluitpunt
(subwoofer) uitgevoerd naar het PRE OUT
SUBWOFER-aansluitpunt.
EXT.IN
(Hoofdtoestel)
EXT.IN
(Afstandsbediening)
2
Annuleren van de externe ingangsstand.
Annuleer de externe-ingangsstand (EXT. IN)
door op de ingangsstand (AUTO, PCM, DTS) of
ANALOG-toets te drukken en over te schakelen
op de gewenste ingangsstand. (Zie blz. 223.)
ANALOG
DTS
AUTO
PCM
(Hoofdtoestel)
ANALOG
MODE
(Afstandsbediening)
INPUT
6.1 / 7.1
SURROUND
ANALOG
EXT.IN
MODE
CALL 2
BACKLIGHT
CALL 1
STEREO
SYSTEM CALL
DIRECT
1
2
B
2
1
3
Als u niet wil dat de lage en hoge tonen worden
geregeld, schakel dan de toonannuleerstand in.
TONE DEFEAT
(Hoofdtoestel)
De signalen worden niet
beïnvloed door de
regelcircuits van de hoge en
lage tonen, wat resulteert in
een hogere klankkwaliteit.