12
AANSLUITING OP DE NETSPANNING
- Controleer, alvorens de stekker in het stopcontact te steken, of de netspanning overeenkomt
met de op uw toestel aangeduide spanning (V) en of het stopcontact en de voedingsleiding
qua afmetingen op de vereiste belasting zijn afgestemd.
- DIT APPARAAT IS CONFORM DE EG-RICHTLIJN 89/336 EN HET ITALIAANSE MINISTER-
IËLE BESLUIT 476/92 INZAKE DE ELEKTROMAGNETISCHE COMPATIBILITEIT
MONTAGE VAN DE POOTJES
Ga voor de montage van de pootjes als volgt te werk:
- Bevestig de pootjes met de bijgevoegde schroeven, zoals getoond in figuur 1.
WERKING EN GEBRUIK
Inschakeling
Modellen met alleen thermostaat
- Het apparaat wordt ingeschakeld door de thermostaatknop (
C
) rechtsom te draaien tot de
aanslag in de maximumstand. Draai, om het apparaat uit te schakelen, de knop naar de
minimumstand en haal de stekker uit het stopcontact.
Modellen met thermostaat en twee schakelaars
- Draai de thermostaatknop (
C
) rechtsom naar de maximumstand, druk vervolgens op een
(minimumvermogen) of beide schakelaars (
D
) (maximumvermogen) zodat de rode zone
zichtbaar wordt.
Regeling thermostaat
Wanneer de temperatuur in de ruimte het gewenste niveau heeft bereikt, de thermostaatknop
langzaam linksom draaien tot de stand waarbij een “klik” wordt gehoord en niet verder.
De op deze manier ingestelde temperatuur wordt automatisch door de thermostaat geregeld en
constant gehouden. Als uw apparaat van twee schakelaars is voorzien, kunt u tijdens het
tussenseizoen of op niet bijzonder koude dagen slechts één schakelaar bedienen en zo het
minimumvermogen kiezen, wat een zuiniger verbruik oplevert.
Antivriesfunctie (alleen voor modellen met thermostaat)
Bedien de schakelaars zodanig dat de rode zone verschijnt en zet vervolgens de thermostaat-
knop in stand “ ”. Het op deze wijze ingestelde apparaat houdt de omgevingstemperatuur
op circa 5°C, zodat bevriezing wordt voorkomen met een minimaal energieverbruik.
MONTAGE OP DE MUUR
BELANGRIJK:
controleer, alvorens in de muur te boren, of er geen elektrische kabels of leidin-
gen in die zone aanwezig zijn. Om uw convectorkachel aan de muur te bevestigen dient u de
beugels "
A
" te gebruiken (bijgevoegd), plus de twee schroeven en de twee pluggen die voor de
beugels geschikt zijn (bijgevoegd). Ga als volgt te werk:
• Bevestig de beugels "
A
" met inachtneming van de afstanden aangegeven in fig. 2.
• Hang de convectorkachel aan de twee eerder bevestigde beugels op. Breng de beugel "
B
"
(bijgevoegd) in het achterste gedeelte van de onderkant van de convectorkachel aan, zoals
getoond in fig. 3. Teken de bevestigingsposities van deze beugel op de muur af. (Wanneer
de beugel gemonteerd is, wordt de convectorkachel in een vaste positie bevestigd, zodat hij
niet verwijderd kan worden).
• Verwijder de convectorkachel, boor het gat voor de plug en breng de plug in het gat in.
• Bevestig de convectorkachel opnieuw door de beugel "
B
" aan de onderkant van de convec-
torkachel aan te brengen en deze met behulp van de schroef in het geboorde gat te bevesti-
gen (schroef en plug bijgevoegd).
Nu is uw convectorkachel op de muur gemonteerd.
NL
Downloaded from www.vandenborre.be