25
INSPECTIE:
• Inspecteer voor elke installatie,
elk systeemonderdeel in overeenstemming met deze en andere instructies van de
fabrikant. Systeemonderdelen moeten tenminste jaarlijks formeel worden geïnspecteerd door een competente persoon
(anders dan de gebruiker). Formele inspecties dienen zich te concentreren op zichtbare tekenen van verslechtering of
beschadiging van de systeemonderdelen. Punten die defect gevonden zijn, moeten worden vervangen. Gebruik geen
onderdelen indien inspectie een onveilige of defecte conditie aantoont. Leg inspectiedata en -resultaten vast in het
inspectie- en onderhoudslogboek in de algemene instructie (5902392).
• Geïnstalleerde systemen,
inspectie van het HLL-systeem door een competent persoon moet worden uitgevoerd nadat
het systeem is geïnstalleerd. Het systeem moet periodiek worden geïnspecteerd door een competent persoon wanneer het
gedurende een langere periode blijft geïnstalleerd, en elke dag voorafgaand aan het gebruik. Periodieke inspecties moeten
tenminste maandelijks worden uitgevoerd, of vaker wanneer de condities ter plaatse dit noodzakelijk maken.
• Voor elk gebruik,
visuele inspectie volgens de volgende stappen:
Stap 1.
Inspecteer alle schroeven, bouten en moeren. Verzeker u er van zij goed en vast zijn bevestigd. Controleer om
te zien of er bouten, moeren of andere onderdelen ontbreken, of op de een of andere manier zijn vervangen of gewijzigd.
Inspecteer afdekkingen, behuizingen, beveiligingen, etc. Verzeker u er van dat zij vrij zijn van scheuren, deuken of andere
beschadigingen.
Stap 2.
Inspecteer alle metalen onderdelen op roest of corrosie dat invloed kan hebben op de sterkte of op de werking.
Stap 3.
Inspecteer het kabeltouw op roest, corrosie, gebroken draden, of andere duidelijk zichtbare defecten. Inspecteer
het synthetische touw op verbrandingen, gebroken schroefdraden, of andere duidelijk zichtbare defecten. Inspecteer alle
karabijnhaken en verbindingen voor het vastzetten van de HLL-unit om te verzekeren zij aanwezig zijn en op de juiste wijze
geïnstalleerd zijn. Inspecteer de bussen aan het einde van de reddingslijn op beschadigingen zoals scheuren, deuken of
distorsie.
Stap 4.
Inspecteer de inslagindicator aan het einde van de reddingslijn. Als de pen (S) gebroken is, werd het systeem
blootgesteld aan een inslagkracht. Het systeem mag niet worden gebruikt indien de indicator is gebroken. Zie Afbeelding 7.
Verwijder de unit uit dienst. De unit moet worden geserviced door een geautoriseerd service centrum voordat deze opnieuw
in gebruik wordt genomen.
Stap 5.
Inspecteer de reserve van de reddingslijnuitrol. De horizontale reddingslijn heeft 4,5 ft. (1,4 m) reserve aan
het einde van de reddingslijn. Als een rode band (T) bevestigd rond het touw zichtbaar is bij het behuizingseinde van de
reddingslijn, is de reserve onvoldoende. Zie Afbeelding 8. Verwijder de unit uit dienst. De unit moet worden geserviced door
een geautoriseerd service centrum voordat deze opnieuw in gebruik wordt genomen.
Stap 6.
Trek hard aan de reddingslijn dicht bij het apparaateinde om te verzekeren dat de reddingslijn is geborgd.
Stap 7.
Herhaal “Installatie” stap 5 om te verzekeren dat de reddingslijn onder de juiste spanning staat. Zet geen extra-
spanning op de reddingslijn tijdens deze operatie, tenzij dit nodig is om u ervan te overtuigen dat de krukslinger “klikt.”
Afbeelding 6.2
Stap 8.
Inspecteer de systeemlabels. De labels moeten aanwezig en volledig leesbaar zijn. Vervang de labels indien deze
ontbreken of onleesbaar zijn.
BELANGRIJK:
Extreme werkcondities (ruige omgeving, langdurig gebruik, etc.) kunnen een verhoogde frequentie van
inspecties vereisen.
WAARSCHUWING:
Een systeem of een onderdeel dat een val heeft verwerkt of waarvan de conditie bij inspectie
twijfelachtig blijkt, moet direct uit de dienst worden verwijderd. Alleen competent en ter zake kundige personen mogen
besluiten over de mogelijkheid van terugkeer in de dienst, op schrift.
LEVENSDUUR VAN HET PRODUCT:
Zolang het EZ-lijn Horizontale reddingslijnsysteem bij inspectie door een competent
persoon wordt goedgekeurd, mag het in dienst blijven.
CAPACITEIT:
Voor gebruik in een enkelvoudige overspanning, is de maximale capaciteit van het automatisch teruglopende
horizontale reddingslijnsysteem twee personen. De maximale gewicht van elk persoon inclusief gereedschappen en kleding is
310 lbs. (141 kg).
*TOEVOEGINGEN AAN HET GLOSSARIUM :
70:Behuizing, 71:Polyethyleen
AANBEVOLEN AUTOMATISCH TERUGLOPENDE REDDINGSLIJNMODELLEN TE GEBRUIKEN MET EZ-LIJN
HORIZONTALE REDDINGSLIJNSYSTEEM:
LICHTGEWICHT KABEL:
• Ultralock serie: KD23504433, KD23504430
LICHTGEWICHT SINGELBAND MET INTERNE ENERGIE-ABSORBERING:
• Ultralock serie: KD1PWB335, KD1PWB610
LICHTGEWICHT SINGELBAND MET EXTERNE ENERGIE-ABSORBERING:
• Talon serie: KD1TALONNH